Historisch Archief 1877-1940
Mllll, uil Uil, Mllll, , Ifll, Mllll,
Oude kinderspelen voor de moderne jeugd
(uit een prentenmagazijn)
Ko is vlug, doet fiksche sprongen
Over d'achterbak zelfs heen.
Jan is kleiner, maar geen jongen
Is als hij zoo vlug ter been.
Ziet, daar springt hij: opgepast!"
Roept de knaap, bok, bok, sta vast."
Om dit spel te spelen, verdeelt men zich in twee partijen; de oneven
man, door het lot aangewezen, gaat met den rug tegen eene schutting,
eenen muur of boom staan; de voorste man plaatst zich in eene gebogene
houding, zoodat rug en beenen een' regten hoek maken, met zijn hoofd
tegen den buik van den staanden persoon; de tweede man gaat in dezelfde
gebogene houding achter den eersten staan, zoodat zijn hoofd rust tegen
het beneden gedeelte van den rug zijns voormans; en zoo plaatst zich ook
de derde achter den tweeden, daarbij elkander vasthoudende. De bok nu
goed geplaatst zijnde, komen de ruiters; de voorste neemt een' aanloop,
roept daarbij tot een teeken van waarschuwing: bok, bok, sta vast !"
plaatst zijne handen op den rug van den achterste der drie, die den bok
uitmaken, en springt, zoo ver hem mogelijk is, op hen, zoodat hij op de
tweede, ja ! soms op den voorman nederkomt. Nu neemt de tweede een'
aanloop en springt, na den uitroep: bok, bok, sta vast !" op den bok, en
zoo ook de derde. Deze gezeten zijnde, klapt driemaal in de handen, en
behoudt met de twee anderen het regt, om ruiter te blijven; zoo ook indien
de bok onder den last der ruiters bezwijkt. Dit is een kluchtig spel, want
na den sprong mogen de ruiters den grond niet raken en moeten blijven
zitten tot dat de achterste in de handen geklapt heeft. Gebeurt het echter,
dat het den eersten ruiter mislukt, wat ver op den bok te springen, zoodat
er geene genoegzame plaats achter hem overblijft voor den tweeden en
derden, dan is het voor dezen moeijelijk er op te springen, en zij moeten
zich redden, door over of op den eersten ruiter te springen; de derde man
heeft het dus het moeijelijkste, daar voor hem de minste plaats overblijft
en hij zijne handen nog vrij moet zien te krijgen, om in de handen te
slaan. .. . De achterste man is dan ook dikwijls de oorzaak van hun verlies,
door dat hij bij den sprong van den bok rolt; of de andere ruiters, door op
hen te springen en hen vast te houden mede van den bok doet vallen; of er
zoo scheef op zit dat hij met het eene been den grond raakt; of beide handen
zóó noodig heeft, om vast te houden, dat hij ze niet bij elkander kan bren
gen, om te klappen. In ieder van deze gevallen is het spel verloren en
komen de ruiters in de plaats van den bok en deze in die der ruiters.
DROSTE
BONBONS - PASTILLES - CHOCOLADE
CACAO
Wat U ook neemt: ...?Droste' op
ieder artikel, waarborgt prima kwaliteit!
ALTIJD WELKOM l
m
Spaart bons i-aor het nieuwe album Het Water op:
VOOR DE
BETERE WOXING
TAPIJTEN
TOONZALEN TE AMSTERDAM
SINGEL 464
N.V. KON. VER. TAPIJTFABRIEKEN
R'DAM, A'DAM, DEVENTER, GRONINGEN
FA F. SINEMUS
20 Leidschestraat 22
AMSTERDAM C.
GEKL OVERHEMDEN
NAAR MAAT
VAN Fl. 8.5°AF
PRIMA COUPE EN AFWERKING
EIGEN ATELIER
Handschrift-Analyse i 2oongelinieerde
regels in snel schrift m. handteekening.
Opgave geboorte, nationaliteit, geslacht,
beroep, te st. a. C. Adams, Aerdenhout.
Strengste geheimh. Erv. uitgebr. on
derzoek f J. 2.50. Giro 351908.
Kinderen
Guus als cineast
GUUS' nieuwste vriendje, nig
zoontje en in het bezit van
allesgoedvindende ouders, doet aan filmen.
Hij heeft een filmtoestel en een
donkere kamer, hij heeft ook een cin
kodak waarmee hij hoogst eigenhandig
de belangrijke momenten van zijn
familieleven vastlegt en Guus is diverse
malen geïnviteerd om de geheim
zinnige donkere kamer te betreden en
de producten van Jules' kunnen te
bewonderen.
Van dat oogenblik af kon Guus
staar-oogend voor het venster zitten
als tuurde hij óf in een grauw verleden,
óf in een duistere toekomst en vader
besefte, dat Guusje de mogelijkheid
om óók om een filmtoestelletje te
vragen, in zijn hoofd keerde en wendde.
En hoe gaat het.. .., vaders zijn
meestal toegeeflijk, maar moeders,
halen nu eenmaal niet zoo gauw de
huishoudportemonnaie te voorschijn.
Om zooiets moet je bij moeder niet
aankomen, joh," heeft Freek al aan
stonds wereldwijs opgemerkt, daar kan
je hoogstens nog voor op je kop krijgen!"
Maar zie .. . ., er gebeuren nog altijd
wonderen ! Opeens herinnert moeder
zich, dat op zolder, nog altijd dat film
toestelletje moest staan, dat een meer
hartelijke dan terzake kundige groot
vader eens aan zijn kleinkroost had
geschonken. Ga eens op zolderzoeken,
Guus", adviseerde moeder en duwde
Guus een sleutel in de hand.
Van dat oogenblik af veranderde
alles in Guus' leven. Hij holde naar
boven. Hij vond de doos. Hij draafde
er mee naar omlaag en onthulde de
in reepen papier verpakte geheimen.
Kort en goed: het was een film
toestelletje. Knarsend als een ouwe
stofzuiger liet het zich ineenzetten
door Guus' onervaren vingers. Het
zou onjuist zijn als er niet werd bij
vermeld, dat het Guus drift- en huil
buien bezorgde. Als een waar kunste
naar worstelde hij met en stond hij
vele smarten uit omderwille van zijn
product. Maar de mensch is geboren
om over de stof te heersenen en met
vader's hulp, Freeks bemoeizuchtige
en storende raadgevingen en Broers
ongehuichelde belangstelling kon het
machientje ten slotte draaien. Nu was
er een lamp noodig. Guus ontwikkelde
een spaarsysteem, maar bij nauw
keurige berekening bleek dat hij
minstens vier maanden en drie weken
moest wachten vóór hij het benoodigde
bedrag bijeen zou hebben. Toen liet
vader Guus maar een lamp halen . . . .,
triomfantelijk straalde het roode zij
glaasje, lag de witte lichtcirkel op den
wand. Laag op de houten
huiskamerlambrizeering was een hagelwit papier
En toen ging Guus filmen.
Maar de meer hartelijke dan ter zake
oordeelkundige grootvader had in de
volheid zijns gemoeds indertijd niet zoo
erg op de bijbehoorende films gelet.
Men had hem een doosje in de hand
gestopt. Nu Guus den inhoud ging
ontrollen, bleek deze niet zoo bijster
interessant: een Mohammedaan, die
zijn armen biddend ophief en weer liet
zakken, en een
haven-zonder-waterdie-nog-geen-minuut duurde.
Opnieuw staar-oogde Guus voor het
venster. Hoe kwam hij aan werkelijk
goede films?
De markt bracht uitredding. Op de
markt kun je van alles koopen en sedert
jaren al vindt Guus de patates-frites
van een bepaald marktkraampje vél
lekkerder dan wat ook ter wereld. Ook
ten opzichte van films bleek men op
de markt wel iets te hebben; een oud
koopmannetje verschafte voor twee
heele dubbeltjes Guus een ellenlange
celluloid slang, die zelfs driekleurig
was. Maar wijselijk hield vader hem
eerst tegen het licht voor en aleer Guus
dit nieuw verworven bezit vertoonen
mocht. Misschien was het een
overschotje van export naar
zeeliedenbioscoopjes van den idem-zooveelsten
rang in Rio de Janeiro . . . . ?
Maar het bleek onschuldig en het
bleek ouderwetsch. De
hoog-toegeknoopte heldin dateerde van vóór den
wereldoorlog en de held heette
Valentyn.
Sindsdien geeft Guus filmvoorstel
lingen, gewoonlijk voor Broer-alleen,
wiens critische zin nog niet zoo ont
wikkeld is. En hij is gelukkig !
ERICA
PAG. 13 DE GROENE No 3288