Historisch Archief 1877-1940
Een handelsartikel zonder bon
DE beperking, die de wereld zich, onder om
standigheden als wij thans beleven, in haar
consumptie dient te getroosten, geschiedt
nimmer vrijwillig, omdat de menschelijke aard
spilzuchtig is naar het voorbeeld van de natuur zelve,
die kwistig met haar grondstoffen en levenskiemen
omspringt. Elke overheid heeft tot taak gebeurte
nissen en eventualiteiten te voorzien om de onder
haar gestelde bevolking voor gebrek op den duur te
behoeden. Kunstmatig moet dus de
verbruiksbeperking door het distributiesysteem worden op
gelegd. Dit geldt zoowel voor kleeren en andere
textielgoederen als voor brandstoffen, levensmidde
len en genotmiddelen.
De eeuwige vraag: Wat zullen wij eten? of wat
zullen wij drinken ? of waarmede zullen wij ons
kleeden?" lossen wij dus voortaan niet individueel
op. Die vraag wordt voor ons opgelost krachtens
algemeene bestuursmaatregelen.
Deze betreffen echter niet het terrein, dat ons
bezig houdt, het letterkundig leven. Wij weten im
mers al zoo lang, dat de mensch niet leven kan bij
brood alleen. Ook de geest dient gekleed en ge
voed" te worden. Bij de noodzakelijke beperkingen,
die den mensch in stoffelijken zin zijn opgelegd,
blijft onbeperkt het troostrijk bezit van het geeste
lijk voedsel. En wat een lichtpunt is: dit artikel
wordt niet verkocht op de bon" het is vrij. Men
kan er van nemen zooveel men wil en men doet
wijs er zooveel van te nemen als men verdragen
kan.
Men is niet gewend het boek te zien als een han
delsartikel. Maar dit neemt niet weg, dat het een
handelsartikel is en wel een van bizonderen aard.
In den oudsten tijd was een boek evenzeer een
unicum als een schilderij. Het werd met de hand
gemaakt en later slechts in beperkte mate
gecopieerd. In de Middeleeuwen bereikte de kunstvaar
digheid der scrivers" en der clercen" nimmer
geëvenaarde hoogten. Eerst toen de drukkunst was
uitgevonden begon het boek zijn carrière als massa
artikel. Maar hoe klein waren ook toen nog de op
lagen en hoeveel meer vraag was er naar boeken
dan aanbod. Het geheele terrein der Grieksche en
Latijnsche Oudheid lag nog braak. En tegelijkertijd
kwam een nieuwe litteratuur op, een geheel nieuw
geestesleven, alles samenwerkend om de vraag naar
boeken zóó nijpend te maken, dat er geen drukkers
genoeg konden opstaan.
De boekenprijzen in die dagen waren geenszins
malsch, als men het zeer lage levenspeil tot basis
neemt. Het verzamelen van bibliotheken, tegen
woordig ook bij particulieren gebruikelijk, was aan
vankelijk een uitsluitend vorstelijke liefhebberij.
Het koopen van een boek was dan ook een gewich
tige daad. Men kende nog niet het onderscheid,
waarvan wij thans de mond vol hebben, tusschen
het GOEDE boek en het andere. .. .
In onze Gouden Eeuw is dit karakter der
boekproductie nog wel behouden gebleven, al kwamen
er nu ook wel minder eerwaardige geesteskinderen
van de persen. Denken wij maar aan de liedboekjes,
de amoureuze boekjes, de talrijke pamfletten. Zelfs
kreeg het minder serieuze boek in de i8e eeuw vrij
wel de overhand. Zooals alles Spielerei was in dien
sierlijken Pruikentijd, zoo werd het ook voor een
groot deel de litteratuur.
Sinds de 196 eeuw, evenwel, is de bezinning ge
komen en men kon toen naar waarheid schrijven:
het boek is de Universiteit onzer dagen. Waarlijk
het boek, dat louter tot levensversiering was gaan
dienen werd weer als in de eerste jaren der druk
kunst, maar nu veel algemeener: levensbehoefte.
In dit stadium verkeeren wij thans nog. Natuur
lijk zijn inmiddels de boekprijzen gedaald. Zij zijn
gedaald naarmate het heerschend indexcijfer steeg.
Zij vertegenwoordigen sinds geruimen tijd een vrij
wel stabiele waarde ten opzichte van de prijzen van
andere levensbehoeften. In een wereld, waarin
men vrij en naar hartelust koopen kon, mocht het
onbeperkt genot van boeken een ,,dure liefhebberij"
worden genoemd in wezen is het boek steeds een
artikel geweest, dat zijn geld ruimschoots waard was.
Want er bestaat geen duurzamer genotmiddel op
de wereld dan het boek. En goed boek behoudt men
het leven lang en zelfs daarna handhaaft het zijn
waardij. Onze boeken overleven ons. Van een goed
boek kan men, zonder dat het in waarde vermin
dert, ook anderen laten mee genieten.
En, wat voor het oogenblik belangrijk is, het is
een artikel dat men te allen tijd vrij zal kunnen
koopen. Men werpt misschien tegen: er is toch
eenige beperking. Het meerendeel van het
buitenlandsche boek komt niet meer aan. En Nederland
is nu eenmaal van oudsher het land, waar men,
naar verhouding, in de grootste getalen boeken van
elders invoerde. Maar daarnaast staat het verschijn
sel van een zich sterk ontwikkelende eigen
Nederlandsche litteratuur, die voor een zeer groot deel
voorziet in de geestelijke behoeften van geheel het
volk. Om de vaderlandsche letterkunde beter te
leeren kennen is thans de gelegenheid gunstiger
dan ooit. En het is daarom, dat ik dit tijdstip kies
om u iets te zeggen over de onderbouw van ons
letterkundig leven, over het apparaat, dat de ver
breiding er van bevordert en in stand houdt. Wat
zouden de schrijvers zijn zonder dit apparaat; hoe
zouden hun geschriften tot de lezers kunnen door
dringen ?
NAARMATE de producten van onze letterkunde
en van onze wetenschap talrijker en belang
rijker werden, naar die mate heeft zich ook het
verspreidingsinstituut steeds fijner vertakt en doel
matiger georganiseerd. Het is in deze dagen, dat
aan den Nederlandschen boekhandel en aan het
Nederlandsche uitgeversbedrij f zware eischen wor
den gesteld.
Men heeft wel eens beweerd, dat het apparaat
voor ons land te groot was geworden en dat de pro
ductie van Nederlandsche boeken te forsch werd
aangepakt. Er werd te veel en vooral te veel
middelmatigs op de markt gebracht het goede boek
werd door het minder goede verdrongen. De levens
duur van het goede boek werd door die zwellende
en verzwelgende stroom noodlottig verkort.
Welnu, de tegenwoordige omstandigheden leiden
er ongetwijfeld toe, dat de productie van Neder
landsche boeken in de naaste toekomst inkrimpt.
Deze inkrimping zal zeker niet het goede boek,
maar in de eerste plaats het middelmatige boek
treffen. Wij kunnen in dit opzicht vertrouwen heb
ben in het oordeel van onze uitgevers. Het uitgeven
van een boek in een klein taalgebied is altijd een
groot risico geweest: het is in dezen tijd een des te
grooter risico geworden. Wij kunnen ervan verze
kerd zijn, dat de uitgevers zich, al was het alleen
maar wegens papierschaarschte, zullen hebben te
beperken tot ondernemingen, die een dusdanig cul
tureel belang vertegenwoordigen, dat een redelijk
welslagen van te voren vaststaat.
Ik heb, om u deze dingen met des te meer gezag
te kunnen meedeelen, enkele vooraanstaande
mannen uit dit moeilijk beroep bezocht. Met de
grootste welwillendheid gunden zij mij een blik in
hun toekomstplannen. Inderdaad, men behoeft
er zich niet over te beklagen, dat hun energie ver
flauwt. Ik zal u van al die plannen maar weinig
mededeelen, enkele algemeenheden daargelaten.
Immers, de plannen van een uitgever moeten een
verrassing blijven voor het lezend publiek. Er zijn
er echter eenige, die pas op den langen duur hun
voltooiing zullen vinden. Dat zij ondernomen
worden en doorgezet, mag het bewijs heeten, dat
de Nederlandsche uitgever zijn vertrouwen in de
toekomst allerminst heeft verloren.
In zes of zeven deelen verschijnen aldus geleidelijk
de Verzamelde werken" van Slauerhoff bij de
Rotterdamsche firma. Zetsel en copie bevinden
zich ondanks de rampspoed in goeden welstand.
Een merkwaardige vaderlandsche beschavings
geschiedenis belooft het vijf-deelige werk te worden
van Anne H. Mulder Zeven Eeuwen Neder
landsche Levenskunst", waarvan het stramien,
speelsch en dichterlijk, gebouwd is op de woorden
van oude liedjes als: In Holland staat een huis",
Tusschen Keulen en Parijs", Amsterdam die
groote stad". Grootsch is ook een nieuwe volledige
uitgave van Shakespeare's werken, met mede
werking van Prof. F. de Backer en Dr. G. A. Dudok.
Een uitgever, die er zich op toelegt oude uitgaven
in hun oorspronkelijken vorm te doen herleven,
laat binnenkort het achttiende-eeuwsche werk van
J. C. Sepp verschijnen, De Nederlandsche Vogels",
reproducties in kleuren, met een inleiding van Dr.
J. Schierbeek. De Onsterfelijken" wordt een reeks
monumentale werken, waarin uitsluitend meester
stukken, rijk geïllustreerd, vertegenwoordigd zullen
zijn. Een Nederlandsche Schilderkunst in beeld"
verschijnt ingeleid door Jan Engelman.
Naast deze grootere ondernemingen, met nog
vele aan te vullen, blijven de reeksen groeien en
bloeien van goedkoopere boeken in a.lle prijzen
Wij kennen ze en ieder van ons heeft er wel eens
uit geput. Naast de A.B.C, romans zijn er voor
belletrie: De Salamander, De Uil, de Kolibri, de
Libel, de Karavaan, De Helikon, de Wereldbiblio
theek, de Nieuwe Meulenhof-editie, waarin ook
populair wetenschappelijke werken verschijnen,
en goedkoope herdrukken, uniform gebonden, van
geliefde auteurs als Antoon Coolen, Aart van der
Leeuw, Herman de Man, Arthur van Schendel e.a.
Voor liefhebbers van historie bestaat er tegen
woordig keuze te over; daar is de biografieënreeks
met de Leeuw, de Patria onder redactie van Dr.
Kernkamp en de nieuwste Historie en Memoiren".
Ook nieuwe romans staan op stapel van Johan
Fabricius, K. van der Geest, S. Vestdijk en vele
anderen, die als vaste figuren het belletristisch
terrein bestrijken. Genoeg. Dit weinige is voldoende
om te laten zien hoezeer de uitgevers zich beijveren
om elk onwilkeurig oponthoud in te halen en ervoor
te zorgen, dat het letterkundig leven opgewekt
en vol bezieling blijft. Alles, inderdaad, zal de
Nederlandsche uitgever doen om het eventueel
gemis te vergoeden aan toevoer uit het buitenland
en hij zal daarin slagen. Voor de Nederlandsch»
letterkunde opent dit een vergroote
ontwikkelingsmogelijkheid.
NATUURLIJK is het, vooral voor den boek
handelaar, moeilijk met n slag het karakter
van zijn zaak te wijzigen. Hij moet daarbij kunnen
rekenen op de medewerking van het publiek. Zij,
die gewoon waren in hun leesportefeuilles Fransche,
Engelsche en Amerikaansche tijdschriften aan te
treffen, doen verkeerd op grond van het ontbreken
daarvan, plotseling het periodiek lezen te staken.
Er zijn, om tot mijn eigenlijk terrein beperkt te
blijven, letterkundige tijdschriften genoeg, die men
toch gewoonlijk niet alle kent, welke in vele ge
vallen het ontbrekende behoorlijk vervangen. Het
is zeer wel doenlijk en zelfs wenschelijk naast
elkander te lezen: De Gids, De Nieuwe Gids, Groot
Nederland, De Stem, Elsevier's Maandschrift, De
Vrije bladsn, in cahier-vorm, en b.v. het tijdschrift
der allerjongsten Criterium". In al deze zal men
de litteratuur van het oogenblik vertegenwoordigd
zien en juist een vergelijking zal de waardeering
er voor aanwakkeren, de blik verscherpen.
De Nederlandsche boekhandel zal nu ook eindelijk
gelegenheid krijgen op het oudere boek, d.w.z. het
nieuwe boek, maar dat reeds door een stroom van
middelmatigheid is weggeconcurreerd, meer dan
anders de aandacht te vestigen. Het publiek zal
nu waarschijnlijk ook minder dan vroeger vragen:
het nieuwste boek, dan wel: het beste boek. Ter
loops gezegd: van de grcote geïllustreerde Camera
Obscura komt, als 416 uitgave, een herdruk in
iets beknopteren vorm tegen aanzienlijk lageren
prijs.
Veel gemak heeft het gezamenlijke
uitgeversen boekverkoopersbedrijf ondervonden en onder
vindt het nog dagelijks van het Centraal Boekhuis.
Het Centraal Boekhuis is een instelling van de
Vereeniging ter Bevordering van de belangen des
Boekhandels. In het Centraal Boekhuis te Amster
dam heeft elke uitgever hier te lande een depot
liggen van zijn uitgaven. In tijden van moeilijk
verkeer, materiaalverlies en stagnatie op allerlei
gebied, is het bestaan van deze interne instelling
een ware uitkomst gebleken. Er bleef van elk boek
althans eenige voorraad, direct afleverbaar. Ik had
gelegenheid de bedrijfsuitkomsten van een, twee
dagen te mogen zien en was gelukkig te bemerken,
dat de boekhandel geenszins heeft stilgelegen. Een
forsche stroom boeken gaat dagelijks straalsgewijze
het land in, elk naar de plaats waar het wordt
verlangd. Er zijn daar veel boeken bij, die de tijden
ons voorschrijven, boeken over inmaak,
levensmiddelen-bewaring, bezuiniging, tuinieren, vee
voeding en over de juiste geestelijke houding in
tijden van spanning". Er zijn er ook vele religieuze
en stichtelijke. Maar de hedendaagsche litteratuur
is er krachtig vertegenwoordigd van Streuvels tot
Zandstra.
Besef, tenslotte, O Nederlandsch lezend publiek,
welk een voorsprong ge hebt behouden op uw
landgenooten in Ned. O.- en W.-Indië. Deze menschen
zijn al maanden lang van toevoer hunner boeken
en tijdschriften verstoken. Het is wel de tijd van alle
voorrechten, die men bezit, een rijkelijk gebruik
te_maken.
C. J. KELK
Restaurant DORRIUS
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DU JOUR EN A LA CARTE
PAG. 5 DE GROENE N o. 3288