Historisch Archief 1877-1940
Een huis van hout,
een huis van steen
Moderne vogelnestarchitectuur
EEN ieder, die wel eens op een in
aanbouw zijnd bouwwerk is ge
weest, waar gewapend beton wordt
gebruikt (en bij welk werk is dit tegen
woordig niet het geval) kent het dunne
binddraad, waarmede de wapenings
staven aan de beugels worden gebon
den, om ze, zoolang de beton nog niet
gestort is, op hun plaats te houden.
Iemand, die veelvuldiger bouw
werken bezoekt, heeft zeker eens een
winkelhaak in zijn broek of jas gehaald
aan de scherpe knipeinden van deze
draadjes. De draden worden n.l. met
een schaar afgeknipt en de overblijven
de stukjes vindt men op elk bouwwerk
zwerven. Zoo ook bij een
fabrieksbouw te Amsterdam, die grootendeels
in beton werd opgetrokken.
De opzichter van bedoeld werk
bracht mij de hierbij gereproduceerde
foto. Een vogelnestje, geheel gebouwd
uit de afval-stukjes van het binddraad.
Tweemaal heeft men zoo'n nestje
gevonden, na elkander. Het eerste
moest men terwille van de voortgang
van het werk verstoren en enkele
weken later vond men op een etage
hooger een nieuw nestje. Een merk
waardig voorbeeld van doorzettings
vermogen om een eigen huis te bouwen
met voorhanden zijnd, zij het ook voor
een vogel ongebruikelijk, materi
aal.
Zou deze foto verzeild zijn geraakt
bij een heftig voorstander van bak
steen-architectuur (ik bedoel geen
bepaalde personen, mijnheer Krop
holler), dan zou deze ongetwijfeld tot
het volgende betoog komen.
Moeten wij geen voorbeeld nemen
aan deze vogelen des hemels, die hun
huis bouwen uit het materiaal, dat
zij in hun onmiddellijke omgeving
vinden. Bevestigen zij ons niet, hetgeen
wij uit eigen ervaring reeds wisten,
n.l. dat het materiaal, dat wij rondom
ons vinden, steeds het meest geëigende
is om onze haardsteden te bouwen.
Wijzen ze ons niet nog eens te meer
op het ons omringende materiaal,
onze vette kleigrond, waaruit ons
heerlijke baksteen gefabriceerd wordt!
Leert dit vogelijn ons niet, dat wij niet
te ver moeten zoeken naar onze
materialen, maar dat onze prachtige
baksteen het meest geëigende product
is voor onze bouwwerken !"
Niet aldus mochten wij overtuigd
worden, want de foto kwam bij mij te
land door de vriendelijke bemiddeling
van iemand, die de kans voorbij liet
gaan om ze te verkoopen aan de
reclame-chef van een staalconstructie
werkplaats of den directeur van een
reclame-bureau, die advertenties ver
zorgt voor een beddenfabrikant. Want
welke slagzinnen zouden niet ten
dienste van de verkoop gelanceerd
kunnen worden bij deze merkwaardige
foto. Gelukkig, dat ze daarvoor behoed
bleef, want we zouden achterdochtig
zijn ! Mogelijk zouden we gaan denken,
dat iemand, die deze vondst misbruikt
om meer staal of bedden en matrassen
te verkoopen, ook niet te goed zou zijn
om zoo'n nestje zelf te doen bouwen,
door een oud-gediende, die reeds
lang gepensioneerd is of had moeten
zijn en zijn vrije" tijd op deze wijze
nuttig besteed heeft.
Ook zou de foto terecht kunnen
komen bij een verwoed voorvechter
voor het gebruik van nieuwe materia
len (weer heb ik iemand speciaal in
gedachten, waarde medeleden van de
8"), die het volgende zou kunnen
schrijven:
Gaat ons de natuur niet voor in
het logisch gebruik van nieuwe bouw
stoffen. Heeft deze vogel misschien
ontdekt, dat boomtwijgjes te
hygroscopisch zijn om te voldoen aan de
eisch naar warmer woningen" ? Bleek
niet, dat dit binddraad (dat zooals
ons na laboratorium-onderzoek bleek,
gefabriceerd moet zijn volgens nor
maalnummer zooveel) juist het
gewenschte accumulatie-vermogen bezat
om de verwarming van de broedplaats
ook na zonsondergang te verzekeren.
De kaatsende werking van het gladde
oppervlak in tegenstelling met het ruwe
oppervlak van de boomschors moet de
verwarming ten goede komen. Bewijst
de natuur ons hier zelf niet, dat de
gefabriceerde grondstoffen te ver
kiezen zijn boven het onbewerkte
natuur-product ?"
Zoo zou mijn vriend, de voor
vechter voor nieuwe bouwstoffen spre
ken. Doch ook hem was het niet ge
geven op deze wijze te getuigen van
zijn doorschouwen van de nieuwe
problemen, die de moderne bouw
meester bezig houden. Want de foto
kwam bij mij en ik dacht slechts, hoe
merkwaardig dat het materiaal geen
overwegende rol speelt als men een
bepaald doel wil bereiken. Hoe goed
is het als men niet aan bepaalde
materialen gebonden is en hoe goed
was het, dat deze vogel zijn doel wist
te bereiken met voorhanden zijnde
materialen.
Want dit zullen wij allen wel moeten
leeren in de toekomst en als wij dan
ons doel op dezelfde wijze en met het
zelfde uithoudingsvermogen bereiken
als deze vogels, kunnen we tevreden
zijn. Maar merkwaardig blijft het !
B. MERKELBACH
Open brief aan prof. dr. J. Walch
IN deze bewogen oorlogsdagen doet
de Heer Jan Walch een aanval
op. ... de Nederlandsche
Tooneeldirecties in een artikel, getiteld: Het
is nog niet te laat", in De Groene
Amsterdammer" van 15 Juni, dat
zoowel om inhoud en kwetsende toon,
als om de persoon van den schrijver
en het tijdstip van publicatie verwon
dering wekt.
De Heer Walch verwijt de
tooneeldirecties o.m. hun repertoire. Dit moet
voor alles zijn: Nederlandsch reper
toire. Ik beveel U Molière niet aan",
aldus de Heer W. In de eerste plaats,
verre voor al het andere: speel het
eigenlandsche werk". Speel": en dan
noemt de Heer W. een vijftiental
OudHollandsche stukken, (waarvan de
meeste reeds vroeger gespeeld zijn) en
eenige stukken van Heyermans. Dus
voor alles Nederlandsch werk.
Op dezelfde dag echter, waarop de
Heer Walch zijn aanval op de
tooneeldirecties in zijn hartstochtelijk pleidooi
voor de Nederlandsche stukken publi
ceert, geeft hij met zijn leerlingen van
de Tooneelschool, waarvan hij Direc
teur is, een openbaar overgangsexamen
in den Stadsschouwburg te Amsterdam,
met het volgende programma:
Balcon-scene uit ,,Romeo en Julia"
(Shakespeare).
Monoloog uit Hamlet" (Shakespeare).
Scène uit Rmilia (ialotti" (Lessing).
Verkort eerste bedrijf van Het On
deugende Vrouwtje" (,,The Nau.ulHy
Wife" Fred Jackson).
Twee fragmenten uit ,,<iolden lioy"
(Clifford Odets).
Verkort derde bedrijf van lledda
Gabler" (van ibsen).
Men ziet het: Een uitsluitend
onNederlandsch programma. Jan Walch
is niet lang tooneelschooldirecteur,
maar lang genoeg om te mogen ver
wachten, dat hij met zijn verwijten van
plichtsverzaking tegen anderen, die
dikwijls onder de moeilijkste omstan
digheden hun werk hebben moeten
doen, zelf althans iets had betracht,
van wat hij anderen voorhoudt als hun
gezegende plicht" en hiervan had
doen blijken.
De tooneeldirecties betoonden zich
vaak handige zakenlieden" schrijft
de Heer W. maar die hebben we in
die posities niet noodig". De zin van
deze redeneering ontgaat ons. Meent
de Heer W. dat tooneelgezelschappen,
die in verhouding tot hun bedrijfs
kapitaal, enorme verplichtingen heb
ben, onhandige zakenlieden behoeven ?
Maar nog onduidelijker wordt die
redeneering, als er even later op volgt:
Ge verliest nu ook geld". Men vraagt
zich af, waarin dan volgens de Heer W.
die zakenhandigheid van die
geldverliezen der tooneeldirecties bestaat.
Even vaag is de vraag of de prestaties
op ons tooneel wel worden voorbereid,
met die uiterst nauwlettende aandacht
voor iedere toon, voor ieder
elementie, enz.
Wanneer de Heer W. meent, dat dit
niet het geval is, zou hij zich duide
lijker moeten uitdrukken en niet
geheel onverdiend de ernst en zorg bij
de voorbereidingen bij alle gezelschap
pen verdacht maken. Want, onver
diend is het.
In de moeilijke jaren, die achter ons
liggen, hebben allerlei vertooningen,
dikwijls uitgebracht na een vermoeiend
reizen bij nacht en ontij, kunnen ge
tuigen van de buitengewone ernst,
toewijding en nauwgezetheid bij de
voorbereiding en het is niet in de
laatste plaats, dank zij de verzorgde
voorstelling en de tooneelspeelkunst
daarin geboden, dat de belangstelling
in Nederland voor het tooneel, grooter
is geworden, dat tevens, dank zij het
zich steeds meer organiseerende
schouwburgpubliek er herhaaldelijk voor
stampvolle zalen wordt gespeeld. Dat
het publiek niet zooveel meer kan
betalen als vroeger, heeft met de be
langstelling niet te maken, maar de
voorstelling van zaken door den Heer
W., dat het publiek zich van het
tooneel afwendt is ten eenenmale
onjuist.
De Heer W. was de laatste jaren
voor den oorlog in het buitenland,
heeft dit tooneelseizoen slechts kunnen
volgen in zijn mobilisatie-tijd, maar
oordeelt of hij alles al die jaren nauw
lettend heeft gevolgd en fantaseert,
waar argumenten ontbreken. Zie hier
zijn oplossing voor de moeilijkheden
van het repertoire: Er is" zoo ver
klaart hij, zonder blikken of blozen
tot de 2oste eeuw, een lijst van een
honderdtal vaderlandsche stukken te
maken, die goed zijn en mits goed
gespeeld, succesvol". Nu weet ieder
man van de praktijk, dat van geen
stuk, hoe goed gespeeld, te voren te
zeggen is, of het succes zal hebben
laat staan van een honderdtal.
Wij luisteren gaarne naar hen, die
ons tooneel een grootere cultureele
waarde trachten te geven ook al
wordt ons daarin critiek niet gespaard,
maar meenen, dat een behandeling van
dit onderwerp toch wel iets meer
vraagt, dan de kinderachtige voorstel
ling, dat de goede speelkrachten er
zijn, dat de goede successtukken voor
het grijpen liggen en dat het peil van
het tooneel nu alleen wordt bepaald
door de tooneeldirecties.
Alleen met het inzicht, dat dit peil
tevens afhankelijk is van het geestelijk
en materieele peil van het publiek, van
groepeering der speelkrachten, van
meer of minder kapitaalkrachtigheid
der gezelschappen, van tijdgeest en
tijdsomstandigheden, van overheids
bemoeiing (subsidie en belasting) enz.
enz. kan men komen tot een juiste
beoordeeling.
Dit inzicht en nog iets meer hebben
wij in het artikel van den Heer Walch
gemist.
Ko ARNOLDI
(Direct. Tüunceltfczulscliaf'. Het .V</sArr)
ALBERT VAN DALSUM
(Direct. gezelschap: l". IJalsnm-l'ar.-icr)
CEES LASEUR
(Directeur ,,Centiaal Tooneel" .Y. [".)
COR VAN DER LUGT MELSERT
(Directeur N. l'.Het Nederlaiidic/i Tuoueel)
DIRK VERBEEK
(Direct. A', l'. Het ]iefidc)itic-'ie?mect)
AAN INZENDERS VAN
MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun bij
dragen een gefrankeerd brief
omslag met adres van den
afzender in te sluiten. Op het
adres van stukken, voor de
redactie bestemd, vermelde
men gén namen van personen
F AG. 7 DE GROENE No. 3288