Historisch Archief 1877-1940
Epicurisme in oorlogstijd
DE waarde van een glas water is terug te
brengen tot de vraag, hoe een glas water
smaakt in de woestijn. Want het genot van
iets wordt niet bepaald door zijn bezit, maar door
de spanning der voorafgaande begeerte. Men kan
alleen genieten van iets, dat zeldzaam is, en iets is
alleen zeldzaam ten gevolge van de omstandigheden
waarin het ten aanzien van zijn omgeving verkeert.
Een flesch Bourgogne aan den disch van Pi;rpont
Morgan is niets waard, een glas water in de woestijn
alles.
Toen mijn woonplaats dreigde te worden gebom
bardeerd, kwam het bericht dat de waterleiding zou
worden afgesloten. Ik ben er zeker van, dat ik nooit
zoo genoten heb van oesters of caviaar, als van het
water, dat ik vóór het fatale moment uit het kraan
tje tapte.
De kunst van het genieten is de kunst, het zeld
zame te ontdekken en te verwerven. En men zou
tot de overtuiging moeten komen, dat het genot het
beste te verkrijgen is in een samenleving, waar
velerlei wordt gemist, ware het niet, dat de meeste
menschen gemakkelijker goudaderen ontdekken in
een rotsgebergte, dan de rijkdommen aan genots
bevrediging, welke men op kan rapen in een maat
schappij die verpovert.
Zoo beseffen wij te weinig, dat de distributie
dient voor de waardeering van het
niet-gerantsoeneerde. Het halve onsje thee, dat ons gelaten wordt,
geeft een oneindige genotsvervulling, waartegen de
ponden thee, die wij in vredesdagen automatisch
hebben op-gelurkt, het niet kunnen halen. Ik ben
met mijn halve onsje thee gelukkig, maar ik kan
er nog buiten. Want ik heb tegenwoordig meer be
hagen dan ooit in mijn wandelstok, met zijn spitsen
ivoren knop, een gewijd voorwerp, waarmee ik loop
te paradeeren in de zon, en ik weet dat mijn buur
man in den zeer verzorgden baard dien hij gekweekt
heeft een uitzonderlijk behagen schept.
Er is n genot, dat wij niet meer zullen beleven,
wanneer de vrede gesloten zal zijn: het genot van
het denken aan de gewone dingen. Wij denken
tegenwoordig, met de massa mee, aan de buiten
gewone dingen. Wij denken aan de bombardeer
machines, die door de lucht gieren, wij wikken de
kansen der verdelging en een menschenleven wordt
als een schaakpion in onze genadelooze bereke
ningen. Ik luister niet naar de vliegmachines, maar
naar de melodie van een vogel, in den boom voor
mijn huis. Ik heb nu, door het benzine-gebrek leeren
ontdekken, wat ik niet wist, toen mijn wagen altijd
stond te puffen voor mijn deur: Dat alle compo
nisten hun motieven aan de vogels ontleenen, dat
dus de cultuur ontstaat door onze verbinding met
de on-middellijke, de on-bewerkte natuur.
Wij zijn de natuur altijd aan het toepassen"
geweest. Nu is het de tijd haar te ontdekken in haar
statische gedaante. Ik leer nu, dat er een
rechtstreeksch verband is tusschen mij en de natuur,
wat ik niet wist, toen ik in mijn wagen
voortjakkerde en de wereld tot een reeks van
landschapsfilmen werd.
Mijne vrienden komen tegenwoordig gaarne in
Als U geregeld losse nummers koopt
hebt U kans dat juist het nummer
dat U speciaal interesseert U door
een of andere oorzaak ontgaat
Neem liever 'n abonnement
mijn huis. Omdat er boven de vestibule-deur een
plakkaat is aangebracht, waarop geschreven staat:
In dit huis wordt over den oorlog niet gesproken,"
en wij ons streng daaraan houden. Nu is het weer
mogelijk over boeken te spreken en over algemeene
vraagstukken. Wij genieten van den weinigen wijn,
dien wij nog in onzen kelder hebben, en iedereen
gaat met een gevoel van verademing naar bed.
K l U het gewone het zeldzame wordt, nu worden
' ' een heele reeks van voorwerpen als met den
tooverstaf tot genots-objecten herschapen, zooals
alles goud werd wat door den staf van koning Midas
werd aangeraakt. Mijn jaegertje bij voorbeeld en
mijn schoone overhemd. Ik heb daar nooit zulk een
behagen in gehad, als toen ik vernam, dat wij op
textiel-warm zouden worden gerantsoeneerd. Ik
paradeerde in dat hagelwitte overhemd als een
kalkoensche haan, en ik beleefde, wat ik in de jaren
van welvaart nooit beleefd had: de vreugde van den
dag. Mijn vrienden, wij hebben de ware vreugde
van den dag, de vreugde van n oogenblik, die zoo
extatisch is, wanneer de kans bestaat, dat wij zulke
oogenblikken misschien nog maar nmaal zullen
ervaren, nimmer gekend, toen wij onze schoone
overhemden maar aan- en uittrokken. Al wat wij
deden, diende de doelmatigheid, het efficiënte, nim
mer het geluk.
En als wij onze jaegertjes en schoone overhemden
niet meer zullen hebben, dan zullen wij nog veel
hebben behouden, indien wij de kunst der ware ge
nieting weten te beoefenen. Wij Epicuristen, genie
ten van ons hemd, maar we staan nooit in ons hemd.
Wanneer wij in ons sleetsche jasje over ons
blootertje samen op een koffer zitten, of op het puin
van een ineengevallen huis, dan zullen wij elkaar
een sigaret aanbieden met een gracieus gebaar en
wij zullen elkaar met groote voornaamheid behan
delen. Als wij de vigelante weer laten voorrijden,
als wij het bakje weer laten herleven met den rc~
mantischen huurkoetsier, waarom zullen wij dan
den ouden levens-stijl niet weer herstellen, den
levensstijl, die ons niet schakelt in een stelsel van
nieuwe zakelijkheid, zooals de moderne, maar die
gespeeld wordt, alleen voor ons genoegen. Wie
spreekt er nog van doelmatigheid in de burgerlijke
maatschappij, nu alleen de krijg zijn doelen kent?
In een gemeenschap, waar voor het oogenblik
weinig te winnen valt, gaat het niet meer om de
knikkers, maar om het spel. Ons eenig doel is, een
stukje levensgeluk te veroveren op de ellende, een
edelweisz te plukken aan den rand van den afgrond.
Onze dagen lijken op die van Napoleon en den tijd,
die aan hem voorafging. Maar wij missen n
waarde, die toen bloeide. Wij missen den geest van
een Ancien Regime. Wij grijpen terug op
staalkoningen en vakvereenigingsleiders, niet op de aristo
craten van de Fransche revolutie, die rustig een
robbertje legden, voor ze werden opgeroepen voor
het Schavot.
In hunne ironie lag niet een verloochening, maar
een eerbiediging van de smart. Alleen door zwijgen
wordt de smart gewijd.
Ook spreken beschaafde menschen niet over hun
kwalen. Toen ik soldaat was, dineerde ik eens bij
een adellijken professor. Ik had mijn voeten stuk
geloopen, en professor droeg tientallen zalfjes aan,
die heel zouden brengen. Toen werd er gescheld en
mijn gastheer vroeg, of ik hem even wilde
excuseeren. Na een half uur kwam hij terug, en vervolgde
zijn discours over het puikste zalfje. Later vernam
ik, dat hij in dat half uur een oog-operatie had on
dergaan. En nu vraag ik: Kunnen wij allemaal niet
net zoo doen als die professor? Waarom zou ik spre
ken over mijn aandeel in de collectieve kwaal van
het heden?
Wie stijl heeft, kent geen vrees. Een Nederlander
zat een kop koffie te drinken het verhaal is his
torisch op een terras te Barcelona, met het uit
zicht op de Middellandsche zee. Toen werd Barce
lona gebombardeerd. Alles vloog in de schuilkelders,
maar onze vriend nam een nieuwe slok van zijn
koffie, ontstak een sigaar, en zei, terwijl hij zich
uitrekte in zijn makkelijken stoel, dat men overal
sterven kan.
In tijden van nood krijgt de humor zijn eigenlijken
zin. Humor is een overwinning op het
tragischeHij degradeert tot lol in een gezellig gezelschap,
waarover geen dreiging hangt. Nu is het de tijd voor
de scherts, en het volk begrijpt dat, want terwijl de
dames en heeren zitten te tobben over hun zaken,
rijzen de volks-anecdoten als paddestoelen uit den
grond.
HOE kwam ik op het Ancien Régime? Ik kwam
erop, omdat ik zat te peinzen over een der voor
rechten, die deze tijd biedt aan den waren genieter.
Wij worden in het verleden verplaatst. De oude tijden
zochten wij in de boeken en in de bioscoop. Nu zijn
zij vlak om ons heen. Het rijtuig van Kegge ratelt
weer langs onze vensters en het edele paard wordt
weer in zijn waarde hersteld.
Welk een weelde brengt ons de avondverduiste
ring ! De vlammende kaarsen wapperen weer in
onze woning en ieder Nederlandsch gezin is een
avondschool geworden van Gerard Dou. Mijn stad
werd een sprookje, nu men de booglampen had uit
gedraaid en de maan liet schijnen in den zomer
avond. Als dan de vliegtuigen even pauzeeren, ver
geet men in diepïverzonkenheid, het doel, waarom
dit alles begonnen is.
Ik prijs het epicurisme aan als remedie tegen de
kwaal van den tijd. Het uitputten onzer belang
stelling in het geweld van het heden, is toegeven
aan massainstinct. Het vermogen der genieting is
individueele gave. In de genieting bewaren wij onze
variëteit. Dat geen twee menschen op dezelfde wijze
genieten, is een bewijs voor de onsterfelijkheid van
het individueel wezen. Men kan twee menschen
hetzelfde pak aantrekken, maar men kan er twee
menschen niet toe brengen op dezelfde manier een
boom te zien. Deze verdeelingen behoudt Onze
Lieve Heer voor zich.
Wij hebben veel meer kans te sterven, dan vroe
ger. Maar het verlies van ons leven is het ergste
niet. Het ergste zou zijn, dat onze ziel ons lichaam
had verlaten, voordat dat lichaam den genadeslag
kreeg.
A. REBOURS
Ineek
omen
boek
en
De Oudste Geschiedenis van Rotterdam, door
Dr. . S. Jansma.
(W. L. & J. Brusse, Rotterdam)
Op de %rens van twee tierelden, door Dr. H. Colijn.
(Dagblad en drukkerij De Standaard, Amsterdam)
Hij- en 21 -problemen, door prof. dr. H.
Hanselmann. (Ploegsma, Zeist)
Graan te Velde, door Jet de Boer-van Strien.
(P. N. van Kampen & Zn., Amsterdam)
Plaatjes en plaatjes van de sjldaatjes, door Paul
Guermonprez en Wim van Overbeek.
(H. Meulenhoff, Amsterdam)
PAG. 4 DE GROENE No 3189