Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
Op hetzelfde oogetlblik
KIJK, kijk, kijk" zei juffrouw
Botermeier met trillende stem
en ze boog zich nog wat meer voorover
naar de amaryl, die in zijn pot voor
het open venster stond. De amaryl had
twee dikke knoppen en die knoppen
barstten open. Wie geduldig was, kon
het zien gebeuren. Uit de maigroene
omhulsels vouwden zich twee
prachtigdieproode kelken los. Kijk, kijk, kijk"
zei juffrouw Botermeier. Ze zei het
niet tegen iemand in het bijzonder en
ook niet speciaal tegen zichzelve.
Misschien heette ze niet eens Boter
meier. Misschien stond de pot met de
amaryl niet op een vensterbank van
een smal hoog huis ergens aan een
Amsterdamsche gracht. Het kon best
in New-York of in Berlijn zijn gebeurd.
Overal zijn potten met amaryllen, die
tot bloei geraken, overal zijn oude
juffrouwen, die er naar kijken.
OP hetzelfde oogenblik verloor een
dame, die dwars door het
stadsgewoel stapte, een armband-horloge.
Het was geen bijzonder waardevol
stuk en het hing aan een zilveren
armbandje, dat te wijd was geworden.
Zij merkte er natuurlijk niets van,
zooals te doen gebruikelijk is. Een
klein ongewasschen straatjoggie raapte
het eenigen tijd later op en bracht het
prompt naar een particulier bankje van
leening nabij het slop waar hij woonde.
Hij kreeg er een gulden voor, die hij
ten deele in pommes-frites, ten deele
in ijswafels en ten deele in bioscoop
bezoek omzette. Hij zag Wild-West
ruiters stuiven door de prairien; hij
zag ook hoe een verleidelijke en ver
derfelijke vrouw eerzame en brave
mannen naar hun ondergang voerde,
maar het eerste begreep hij beter dan
het laatste en het allerbeste begreep hij,
dat het wegbrengen van gevonden
horloges een karweitje was, waarmee
men gemakkelijk aan wat geld kwam.
Op het oogenblik dat hij het horloge
opraapte, werd in het joggie, dat Arend
Zwart heette, de misdadiger geboren,
die jaren later terecht zou staan voor
de brutaalste inbraak die ooit in een
zekere stad was bedreven.
De dame, die het horloge had ver
loren, kwam thuis in de echtelijke
woning en bespeurde haar verlies pas
toen ze wilde kijken of het al tijd was
om kroepoekjes te bakken, die haar
echtgenoot zoo gaarne knabbelde bij
de aperitief, welke hij iederen middag
genoot vóór den maaltijd. Dit gezin
was kinderloos, bijgevolg had de vrouw
des huizes zich op deze en dergelijke
dingen toegelegd. Zij was ontdaan. Zij
was persoonlijk niet zoo bijzonder aan
dit horloge gehecht, het liep vaak
achter en het had zekere neiging om
zeven minuten over half acht te blijven
stilstaan maar haar man was er aan
gehecht. Het was een der eerste
cadeaux, die hij tijdens de verloving
had gegeven en hij behoorde tot de
ordelijke lieden, die willen dat rnen
gekregen geschenken in eere houdt.
Zij wist dat hij aanstonds boos zou
zijn en haar verwijten dat ze slordig
met de dingen omging. Zij wist dat
hij zou opmerken dat het geld voor
Een gebloemde jurk
T^EN gebloemde jurk
" hoort er nu eenmaal
bij. Waarom dat eigenlijk
zulk een noodzakelijk onder
deel van de kleerkast ge
worden is, blijft in nevelen
gehuld; want er zijn ontel
bare lieden, die bepaald
onvoordeelig uit komen in
imprimé, en zich veel beter
aan effen tinten kunnen
houden. Maar enfin, een
gebloemd jurkje, liefst in
twee tinten en met een klein
patroontje vormt als na
middagjapon wel een aan
gename afwisseling. Het is
in de modewereld gewoonte,
dat de aandacht nu eens
speciaal op het eene, dan
weer op het andere détail ge
vestigd wordt: soms bemoeien
we ons uitsluitend met de
schouders, soms ook met
de rok of de rug of het
corsage. Zoo heeft men en
kele jaren lang een uitge
sproken voorliefde gehad
voor origineele imprimé's;
ieder modehuis had zijn
eigen grappigheidje, en de
wonderlijkste voorwerpen
verschenen als motieven op
de zomerjaponnen. Op het
oogenblik is die rage
weer wat geluwd, hoewel de
jurk van onze foto niet met
bloemen bedrukt is (al lijkt
dat zoo, op 't eerste gezicht),
maar met hoedjes: wit
met rood, op zwarte fond.
nieuwe horloges hem niet op den rug
groeide. Zij wist dat zij aanvankelijk
kalm en zelfs min of meer veront
schuldigend zou blijven, omdat ze
vond dat ze het niet helpen kon. Maar
ze wist tevens dat het wel eens ge
vaarlijk rood voor haar oogen zou
kunnen gaan schemeren als hij scham
per ging worden en veronderstellen
zou dat ze aan zijn cadeaux tenslotte
ook weinig waarde meer hechtte na
een huwelijksleven van elf jaar en
acht maanden....
De echtscheidingsstukken in de zaak
Verwaay-Berkema kwamen te liggen
in de stoffige dossiers van het stoffige
advocatenkantoor van mrs. Tromp,
Slomp en Klomp.
OP hetzelfde oogenblik zei de stem
van een dokter, in het Italiaansch
maar het kan ook Zuid-Fransch
of Spaansch zijn geweest: ,,Ze komt
weer bij...." Op een bed in een kaal
hotelkamertje, dat niet duur was, maar
nochtans een fraai uitzicht had over
een blauwe zee, mimosastruiken en
witte villa'tjes voor een groot deel met
wingerd begroeid, lag een vrouw. De
eigenares van het hotel, streng in het
zwart met een wit gouvernante
kraagje om den hals, een kamermeisje
dat zóó uit een operette leek
weggeloopen, en de dokter stonden om het
bed. De vrouw, die de oogen opende
met zware vermoeide leden, had den
vorigen avond gehoopt zulks nooit
meer te hoeven doen en daarom een
driedubbele dosis van een slaapmiddel
genomen. Maar sommige menschen
zijn taaier en sterker dan zij zelf
geloofd zouden hebben.
Maar lieve ziel...." ratelde de
hotelhoudster, hetzij in het Italiaansch,
hetzij in het Zuid-Fransch, hetzij in
het Spaansch, hoe heb je nu ooit
zóoiets kunnen doen? Als je geen geld
meer had, was dan eens met mij komen
praten. Ben ik zoo'n bullebak??"
De vrouw die pas bijgekomen was,
glimlachte flauwtjes en antwoordde
dat ze nog wel geld had. Dat was het
niet. Maar ze had den vorigen avond
een verhaal gelezen van een jongen,
knappen man, die er zijn werk van
maakte om in hotels eenzame vrouwen
het hof te maken en die hen dan
bestal tot ze geen sou meer bezaten.
En omdat zijzelf inderdaad een een
zame vrouw was, die er nog altijd op
hoopte, dat er op een dag een knappe
jonge man zou komen, die haar het
hof zou maken en die zou bespeuren
dat zij feitelijk heel anders, veel dieper
en veel zielvoller was dan andere
vrouwen.... had ze opeens een afkeer
van het leven gekregen. Het leven was
echter sterker geweest dan haar afkeer
en de dokter zei dat ze, met een paar
daagjes in bed, er weer bovenop zou
zijn !
Prachtig, prachtig", jubelde de
hotelhoudster, die niet van schandaal
in haar net hotelletje hield, en dan
zullen wij morgen eens praten. Mis
schien hebt u te weinig te doen in uw
leven, mijn lieve ziel, misschien kan
ik u een baantje geven in mijn hotel,
waarmee gij uw leven kunt vullen. ..."
Snel had ze berekend, dat ze voor de
linnenkasten wel een net iemand kon
gebruiken en dat ze déze vrouw niet
veel zou behoeven te betalen. Vanaf
het oogenblik waarop de vrouw uit
het hotelkamertje, die nog altijd ge
wacht had op den man, die haar
datgene zou toefluisteren wat alle
vrouwen ter wereld het liefste willen
hooren, de oogen weer opsloeg uit
haar verdooving, ging haar leven een
andere richting uit. Zes jaar later
huwde ze een ober-kellner en de hotel
houdster fungeerde voor bruidsmoeder!
OP hetzelfde oogenblik zei de be
stuurder van een enorme vracht
auto, het was een tractor met
reuzenaanhangwagen, waarin petroleum was
getankt, tegen zijn maat naast zich
in de cabine: Jo . . ., ik word zoo
raar en duizelig. Neem het stuur eens
van me over . . .,"
Maar vóór de maat het had kunnen
doen waren zij al tegen een boom opge
reden. Een minuut later sloegen laai
ende vlammen op. De bestuurder, die
zes en veertig jaar was, zeven kinderen
had en een vrouw met aanleg voor
tuberculose, had te vele uren achter het
stuur gezeten en zijn gezicht was hoe
langer hoe valer geworden. De maat,
een ongetrouwde jongen, had het niet
gezien. Die had gedacht aan zijn vrijen
dag van overmorgen en hoe hij ergens
in de stad een nieuw pakje koopen zou,
van dat heldere blauw, dat zoo opvalt.
Hij had graag dat de meisjes naar
hem keken.
Op dien vrijen dag werden hij en de
bestuurder begraven.
OP hetzelfde oogenblik werd ergens
een kind geboren en huilde,
terwijl de moeder glimlachte, ofschoon
ze waarlijk geen reden tot glimlachen
had, omdat dit kind geen vader had.
Misschien was de maat van den auto
bestuurder, die een helderblauw pak
had willen koopen, de vader en mis
schien was het een ander. Het kindje
dat huilde, moest in ieder geval worden
opgevoed en werd door een Heilsoldate
weggehaald. Later droeg dit kind óók
een Hallelujah-hoed en voerde het
troepje aan dat op zomeravonden
ernstig stond te zingen op straathoeken.
KIJK, kijk, kijk . . ." zei juffrouw
Botermeier, die ook wel anders
geheeten kan hebben en die evengoed
in Marseille of Dessau als in Rotterdam
kan hebben gewoond, kijk, kijk,
kijk ... de knoppen zijn open !
Ze waren open. De vuurroode
amaryl-bloemen bloeiden in volle en
vurige pracht. De bladeren der kelken
leken gefronste zijde, de harten waren
donker, meeldraden openden zich en
stoven zachtjes, een zachtgroen
stampertje dat een klavervier geleek, stond
in het midden en wachtte trillend af.
Kijk, kijk, kijk...." trilde de
stem en de oude oogen lachten wijs,
toen insecten nieuwsgierig om de
bloemen heen gingen zwermen.
Dat was hét oogenblik. Maar het
leven ging verder en een dag of wat
later hadden de schoone
amarylkelken reeds hun eerste frischheid
verloren.
HENRIETTE LABOUREUR
TE HUUR
TE BRUMMEN BIJ ZUTPHEN
gedeelte van een ruim
ouderwetsch huis, voorzien van moderne
gemakken gelegen op vroolijken
stand.
Brieven aan G. C. C. Pels Rycken te Brummen.
(AG, 12 DE GROENE No 3290