Historisch Archief 1877-1940
U l T H U m G H E D E N
Stadsinventaris
Het aapje
ZOOALS er in alle soorten tijds
omstandigheden bepaalde dingen
zijn die ontwaken, zoo is het aapje"
na een lange winterslaap weer tot
leven gekomen dank zij de tijdsom
standigheden. Hoewel ik, persoonlijk
gesproken, niets tegen een taxichauf
feur heb, geef ik het aapje de voorkeur.
Het aapje, gezeten op den bok, is
hooger geplaatst dan den chauffeur;
het aapje is de teruggekomen vertegen
woordiger van het al haast uitgestorven
palfrenierdom dat herinnert aan den
tijd van de statige glorie van de
Amsterdamsche grachtenhuizen.
Het aapje heeft nog een verdienste;
het laat voor den voorbijgangers niet
de permanent de stadslucht bedervende
benzinegeur na. Is het u niet opgeval
len, hoe frisch de lucht tegenwoordig
in de stad is, van een frischheid of ge
midden in de Beemster bent? Welis
waar laat het paard hier en daar zijn
sporen na, maar dat geschiedt ten
gerieve van de musschen die met de
meeuwen het onmisbare element voor
de levende natuur binnen de stads
muren zijn.
Het is een zegening dat het aapje
er weer is, de epigoon van het ietwat
sleetsche aristocratische koetsiersgilde.
Er zijn geen kinderhoofdjes meer waar
over de wielen kunnen ratelen, maar
de statig rhythmische hoefslag klinkt
weer op tusschen de oude huizen die
elkaar aankijken en zeggen: Weet je
nog wel, van toen?"
Operette
Geef mij
Theater)
'n kus (Centraal
DIT stuk is reeds meer dan 1200
maal opgevoerd in het Theatre
des Champs Elysées, vermeldt het pro
gramma. Of het theater in de
Amstelstraat zulk een enorm aantal opvoe
ringen zal halen, valt te betwijfelen,
maar dan ligt dit niet aan de Operette
spelers onder leiding van Mathieu
van Eysden die het publiek met dit
stuk een uitermate genoegelijke avond
bezorgen.
De Amsterdammers zijn niet zoo
ontdeugend als de Parijzenaars, maar
de spelers blijken de Fransche ondeug
den goed aan te voelen en het publiek
weet ze te apprecieeren. Op het tooneel,
dan altijd.
Mathieu van Eysden verschijnt ten
tooneele om een pijnlijke situatie
te scheppen, en om gekust te worden.
Maar voordat het zoo ver is, zijn
Rob Mi/ton en Lizzy Valesco
er heel wat kluchtige scènes en
vroolijke liedjes noodig. Zeer vermakelijk
is de dans van Huguette met Faradel
(Lizzy Valesco en Rob Milton). Deze
Faradel weet ons kostelijk te amusee
ren, met zijn groteske verschijning.
De operettespelers spelen deze ope
rette luchtig en vlot, als menschen
die hun vak verstaan; daarom is het
prettig haar te zien.
De Boemelbaron (Carré)
AVOND aan avond en zelfs des
middags boemelt de Boemel
baron in Carré. Deze baron is minder
landlooper dan boemelaar, en in het
milieu van echte" baronnen doet hij
niets anders dan uit den toon vallen,
waarmee hij zich onsterfelijk grappig
maakt. Piet Kohier speelt de rol van
Droogkeeltje, de landlooper, die op
zijn beurt weer de rol van Baron von
Kimmel spelen moet. De Boemelbaron
gedraagt zich in het aristocratische
milieu niet als heer; integendeel, zijn
grapjes zijn niet altijd even fijn. Maar
men lacht, men giert en brult, en dat
is dan ook de bedoeling van allen die
in het theater aanwezig zijn.
Het orkest speelt de oude wijsjes
die we ons plotseling blijken te her
inneren, en die we onwillekeurig mee
zingen. Dan blijkt het dat eigenlijk alle
menschen zich die wijsjes herinneren;
er komt een sfeer van verbroedering
in de zaal. Iedereen koestert warme
sympathiegevoelens voor Droogkeeltje;
en als ge hem vandaag of morgen op
straat zou tegenkomen, dan zoudt ook
gij hem zes koppen koffie geven.
Film
Ballet in Jazz (Tuschinski)
DE film dankt haar ontstaan aan
een jeugdliefde tusschen Phil
Dolan J r., zoon van een
tapdancerspaar, en Vera Barnova, een Russisch
danseresje.
Als de kinderen elkaar na 10 jaar
terugzien, zijn ze niet alleen geen
kinderen meer maar is Phil componist
van het ballet Het Bloedbad in de
Boevenkroeg" en Vera een beroemde
prima ballerina.
Zij vallen in eikaars armen, be
loven eeuwige samenwerking en welk
ander resultaat kan de samenwerking
tusschen een tap-dancers zoon en een
prima ballerina hebben dan een ballet
in Jazz. Hiermee is de titel verklaard,
maar de film nog niet gevuld en dus
is er nog een neven-intrigue van een
verliefde en jaloersche impressario
met moordplannen t.o.v. Phil. Langs
de lijnen van ironie en goedmoedige
waanzin ontwikkelt zich het scenario
en vindt zijn apotheose in den als
krankzinnig dansenden Phil, zich be
dreigd voelend door de revolvers van
gehuurde moordenaars, die uit de
loges op hem mikken.
De Ster van Rio (Rembrandt)
DE Ster van Rio is zoowel de danse
res La Jana, die als Concha op
treedt in het havenkwartier van Rio
de Janeiro, als een groote diamant,
die haar vriend Vincente voor haar
meebrengt uit het oerwoud. Maar
de diamant behoort eigenlijk Senor
Felipe Escobar, die haar door de politie
laat terughalen en er dan mee naar
Amsterdam gaat. Concha volgt nu
Senor Felipe en als zij op de diaman
ten-Show in Amsterdam het sieraad
mag dragen, laat zij het spoorloos
verdwijnen.
Dan komt de Hollandsche politie
in actie in de gedaante van detective
Adriaan en Concha's booze opzet
wordt doorgrond. Maar er is inmiddels
genegenheid ontstaan tusschen Concha
en Senor Felipe en als bij terugkomst
in Braziliëblijkt, dat Vincente een
dronkaard is geworden, houdt niets
de danseres meer terug om bij den
Senor te blijven. Afgezien van de
liefde komt zoodoende ook de steen
weer in haar bezit. Een avonturenfilm
met een danseres, een veelbegeerde
diamant, een exotische omgeving en
eenige Hollandsche Einlagen" zal
door deze gevarieerde aspecten haar
doel zeker niet missen.
De tuin van Amsterdam
DE tuin van Amsterdam, is de titel
van het boek dat aan het Vondel
park gewijd is. Het boek is samenge
steld grootendeels door de Vereeniging
tot Aanleg van een Rij- en Wandel
park te Amsterdam, voorzien van een
inleiding van dr. W. de Vlugt, verlucht
met veel mooie foto's en uitgegeven
bij Strengholt, Amsterdam.
Het 75 jaar oude Vondelpark ver
dient het dat er bij wijze van jubileum
zoo'n boek aan hem gewijd wordt.
Welke Amsterdammer houdt niet van
het Vondelpark, en wie zou het niet
willen feliciteeren ? Vijf en zeventig
jaar geleden was er op de plaats waar
nu het park ligt, niets dan een gewoon
stuk weiland. De stichters van het
park hebben oog voor de toekomst
gehad, zij hebben er zorg voor gedragen
dat de stad netjes om het park heen
groeide en het stuk kunstmatige
natuur ongerept liet. En in de loop der
jaren heeft het stuk natuur veel van
zijn kunstmatigheid verloren, tallooze
vogelfamilies zijn zich er komen
vestigen, en er zijn duizenden nooit
geplante planten gekomen. Niet dat dit
alles onkruid is, want twintig tuin
mannen zijn 75 jaar dag in dag uit
bezig. Trouwens, de natuur kent geen
onkruid. Met het Vondelpark heeft
Amsterdam een nabij toevluchtsoord
voor natuurliefhebbers gekregen. Al is
dit buiten" binnen de stad toch
evenaart en overtreft het vele buitens
buiten de stad. Hoe het park ontstaan
en gegroeid is, en wat er in groeit,
daarover vertelt het boek.
Fabel
voor roote meeschee
MANNEN blijven in veel opzichten
aan kinderen gelijk, hóe groot
of dik ze ook worden," zei peinzend
de bruinfluweelen poef, wiens boven
blad ingenieuselijk als deksel geopend
kon worden, waardoor hij van allerlei
kon bergen in zijn gapend solide
houten binnenste, daar heb je nu de
baas hier. ..."
De witgipsen kop van den
fijnzinnigen i8de eeuwschen staatsman,
die de fluitconcerten van Sans-Souci
placht bij te wonen tot hij er genoeg
van had, en die steeds met een
sardonischen glimlach de kamer placht in
te kijken, werd nog een tikje
satanyscher dan hij reeds was.
Wat verkoop je weer voor banale
nonsens," prevelde hij, ik heb in mijn
lange leven met heel veel mannen,
of hen, die zich mannen noemden, te
maken gehad en ik heb bij hen altijd
heel weinig kinderlijks geconstateerd.
Tenzij je natuurlijk raffinement en
zelfzucht, berekendheid en kortzichtig
heid onder de kinderlijke eigenschappen
zou willen rangschikken, waaraan je
misschien anderzijds niet eens ongelijk
zou hebben. Maar ik doe je de eer niet
aan je van zooveel diepzinnigheid te
verdenken. In een tijd waarin de
menschen hun wijsgeerige inzichten
opdoen uit Van Socrates tot Bergson"
(waarvan ik verder geen kwaad zeggen
wil) inplaats van tot de bron-zelf te
gaan, hetgeen ze te lastig en te ver
moeiend is, kun je geen dieper inzicht
verwachten .. .."
De poef, die geen klassieke opvoe
ding had gehad, zweeg even beduusd.
Een zware oud-Hollandsche kande
laber, wiens levenstaak het was om
steeds glanzend-koperig te glimlachen,
nam nu het woord en zei, onte
vreden :
Waarom altijd die diepzinnige dis
puten ? Wat kan het mij bijvoorbeeld
schelen wat achter dat glimmende
oppervlak van mijn koper schuilt ?
Zoolang ik weerkaats is het mij om
het even".
Niemand heeft mij het bewijs
kunnen leveren dat, wat ik zooeven
over mannen zei, niet waar zou zijn,..."
pruilde de poef.
Keer het om," viel scherp van de
lippen van den gipsen staatsmanskop,
en bewijs ons dat dit wél zoo is !"
De poef straalde opeens. Hij had
niet anders bedoeld.
Nu dan," vertelde hij ijverig, de
baas hier houdt niet van me. Toen de
vrouw mij aanschafte heeft hij me al
dadelijk argwanend bekeken en ver
ondersteld dat ik behoorde tot de
categorie der dingen, die geen visch
en geen vleesch waren; mijn lendenen
zouden niet behoorlijk sterk zijn om
een goeden zetel te vormen en als
bergkast was ik onvoldoende. Sinds
dien heb ik bij diverse gelegenheden
de onjuistheid der eerste bewering
kunnen aantoonen."
En wat de tweede betreft?" vroeg,
vlijmscherp, de gipsen kop verder.
Ja...., wat de tweede betreft.
Hier, nu bewees de groote dikke man,
die baas is over dit huis en ons allen,
hoe kinderlijk in wezen zijn ziel is.
Hij schuwt het om mijn deksel te
openen. Hij kijkt nooit in mijn bin
nenste. En hoe groot de diepte van zijn
afgrijzen op dit punt is, werd ik pas
gewaar toen de vrouw hem voor een
paar dagen verzocht om een pakje uit
mij te halen.
Een pakje?" .... vroeg hij en het
klonk naïef, zitten er dan pakjes in
dat ding. Wat voor pakjes?"
Het is een pakje met wol," lachte
de vrouw, wat had jij dan gedacht?"
Ik weet het niet,". . . . prevelde de
baas, weifelend, ik durf dat ding, die
poef, nooit open te maken, ik vind 'm
griezelig. Ik heb altijd het gevoel dat
ik, als ik dat deksel opsla, er op een
dag een kat met zeven blinde jongen
in zal vinden."
rxc. n M GROENE N+