Historisch Archief 1877-1940
Vacantie op het water
WIE nog vacantie heeft, kan nu
profiteeren.
Genieten van water en zon. Genieten
van een heerlijke zeiltocht door het
mooiste Nederlandsche waterland
schap !
Wat is verrukkelijker dan een
vacantie in een zeilboot! O, het behoeft
geen groot jacht te wezen met een
schipper en zijn maat; ook op een
klein scheepje is het vacantiegenot
volkomen. Op een klein scheepje,
waar je zelf ploetert, zelf het dek
zwabbert, zelf de zeilen hijscht en het
roer bedient, waar je zelf in den laten
middag de boel netjes aan kant maakt.
En als zoo'n klein scheepje een goed
kajuitje heeft, wel, dan is het verblijf
aan boord al een hél groote luxe
vooral des nachts en vooral bij slecht
weer, want men wete, dat ook
vacantiedagen wel eens door een enkele regen
bui bedreigd kunnen worden.
En als het scheepje geen kajuit heeft,
dan is een goede buiskap een practische
vervanger of anders biedt een dekzeil
niet te klein maar wel waterdicht
de noodige beschutting aan jongelui
tusschen de 16 en 60 jaar, die er 'n
dag of wat met een bootje op uit
trekken. Ongetwijfeld, een groote boeier
op het groote water is een volslagen
heerlijkheid en wie zelf niet over
zoo'n boeier beschikt, kan met vier
of vijf vrienden en de noodige contan
ten uitstekende groote schepen huren
mét inbegrip van schippers en motor.
Dat die motor niet draaien mag, is
niet zoo erg: motoren hebben, zoo
lang ze bestaan, het meeste
zeilgenoegen tóch maar bedorven en het
beste is gén motor óf 'n motor en
gén benzine.
En wie zich de geldelijke uitgaven
voor den huur van een groot schip niet
kan veroorloven en zelf niet de
gelukkige eigenaar van een kleiner
scheepje is, welaan, voor hem zijn vele
gelegenheden, zoowel hier aan de
verrukkelijke Hollandsche wateren als
in het mooie, wijde Friesland om voor
niet al te veel geld een goed jachtje te
huren. Wie zoo'n scheepje voor een
week huurt, heeft den eersten dag zijn
huur al verdiend aan genoegens, aan
goed humeur, aan extra gezondheid.
De rest van de week is winst.
En wat voor winst! Want of uw
schip nu groot is of klein, of het uw
eigendom is of een huurscheepje, of
ge op de Kaag vaart, in Friesland
zwerft of langs onze onvolprezen
rivieren trekt elke dag is een dag
vol verrukking, elk uur is een uur vol
nieuwe emoties, vol ongedachte avon
turen.
Want plotseling maakt de Holland
sche IJssel een scherpe bocht en ge
moet nu opeens door den wind en niet
alleen dat, maar op honderd meter
ligt een dot van een wipbrug. .. . gauw
'n paar stooten op den hoorn en dan
op de brug aan. .. . Toe bruggewachter,
vooruit alsjeblieft, anders moet ik
weer 'n streek maken. .. . goed zoo
bruggewachter, goed kerel, brave brug
gewachter. ... 'n dubbie in het klomp
je. ... Mooi weer, bruggewachter. .. .
En bij een andere bocht ligt ineens
een klein, lief stadje voor je. Het is
nu drie uur in den middag en dit
gezellige poppenstadje met zijn ooie
vaarsnest op het stadhuisdak heeft
zeker 'n kruidenier en een bakker en
een slager. .. . Daar is een geschikt
walletje om aan te leggen, maar dertig
meter verder is een nóg geschikter
plekje vlak bij 'n paar paaltjes. .. .
Vergeet de waterkruik niet broer en
hier zijn de broodkaarten; die moet
je meenemen, want de bakker in
Oudewater is óók niet gek, zoo min als
de melkboer. Maar misschien is er nog
wel een boer in Rijnsaterswoude of
in Heeg of bij Ronduite, die niet zoo
angstvallig bonnetjes telt als je boter
koopt. Maar zeker weet ik het niet en
wie in deze dagen varen gaat, doet toch
goed zijn distributie-administratie met
zich te voeren.
DIE heerlijke avonden op het water !
De vaat is gewasschen dat
v'aten-wasschen hoort er nu eenmaal
bij en je scheepje ligt vredig aan
een luw kantje bij het riet. De pijp
smaakt beter dan ze sedert drie maan
den deed en je vriend heeft een ban j o
eri je andere vriend kent zulke gezellige
liedjes en ga jij nou wat thee zetten
het mag wel slappe thee zijn in
dezen tijd terwijl zij de schemering
met hun liedjes wat opvroolijken. .. .
Maar denk erom, dat er ook op het
water geen licht gemaakt mag worden
zooals in gewone dagen en het beste
is maar tijdig naar bed te gaan.
> De avonden op het water ! Ze zijn
van een ongekende rust tenminste
als je de boel voor den nacht goed in
orde hebt. Vooral geldt dit op stroo
mend water ! Want wie daar niet de
goede voorzorgen neemt, als de duister
nis gaat vallen, kan wel eens verkeerd
terecht komen. Weet je, wat het ge
makkelijkste en veiligste is, als je
op stroom wilt overnachten? Schiet
dan rustig aan bij een klipper of tjalk,
die voor anker ligt. Maak niet veel
lawaai, doe niet dik, stel je niet aan
alsof je leeraar bent aan de
binnenschipperschool, maar tik aan je zeilpet,
doe vriendelijk en bescheiden en vraag
of je aan zijn schip mag vastmaken.
Als een schipper neen zegt, ligt het
aan de wijze, waarop de vraag gesteld
werd. .. . Maar hij zegt natuurlijk
ja en vraag hem dan waar hij je
hebben wil; wijs daarbij 'n beetje in
de richting van de mast. Ik bedoel:
ga niet naast zijn roef liggen, want
ook een schipper wil 's avonds vrij
zijn. En als ge naast zijn tjalk ligt,
doe dan niet net, alsof ge hem hypo
theek op zijn scheepje hebt gegeven
en hij erg achter is met de betaling
der rente. Ik bedoel: loop en draaf
niet over zijn schip en wees niet hinder
lijk. En als het noodig is, dat je over
zijn schip moet loopen, kondig u zelve
dan beleefd aan: Schipper, mag ik
misschien even overloopen? Óók 'n
sigaartje, schipper?"
En neem als stelregel, dat ge altijd
vóór zijn mast omloopt; het is iets
dat de schipper op prijs zal stellen.
Wat schippers niet op prijs stellen,
dat is opschepperij, dat zijn verschrik
kelijk dure verhalen over enorme
zeiltochten met zulke hooge golven
en zeilen, die uit de lijken sloegen en
roeren, die verloren gingen. Schippers
zijn eenvoudige, degelijke lieden, rustig
en beheerscht. Bedenk bovendien,
dat een schipper in n week meer wind
en water, meer regen en golfslag,
meer stroom, meer bruggen, meer
sluizen, meer rivier en meer kanaal
meemaakt, dan gij waarschijnlijk in
uw geheele leven.
Schippers zijn prachtkerels en of ze
nou 'n tjalk varen op de Lek of een
sleepboot op de Keulsche vaart, of 'n
klipper op de Zuiderzee, het zijn
allemaal menschen, waar wij,
watersportmenschen, ontzettend veel van
kunnen leeren; harde werkers, over
het algemeen zelfs zwoegers, maar
als regel ronde, open naturen, die de
meeste waardeering hebben voor
eenvoudigen van harte met dezen graag
een praatje maken.
'n Vacantie op het water ! Eén
week biedt duizend ongedachte moge
lijkheden. Mogelijkheden van zeilen,
van visschen, van zwemmen, van korte
wandelingen door on-ontgonnen dorp
jes en speelgoed-stadjes, mogelijk
heden van een gek café-tje aan het
water en van een biljart, zóó hobbelig,
dat je je zelf afvraagt, of er werkelijk
tijdens het Hoeksche en
Kabeljauwsche tijdperk al biljarts bestonden. .. .
Mogelijkheden bij een wankel brug
getje, mogelijkheden bij een zonnig
boeren-erfje, bij een oude linde, een
smal sluisje, een vredig slootje, 'n
groene watermolen, mogelijkheden,
die je alleen treft op het water, met
een schuitje op het water als je vacan
tie hebt. ... Mt.
Boven : Het behoeft geen groot jacht
te wezen.
Onder: Het zeilen op het groote
water is een volslagen heerlijkheid.
PAG. II DE GROENE No. 3196