Historisch Archief 1877-1940
Wij wonen buiten (5)
De zomer der spercieboonen
DIT was wel een zeer kostelijke raad
van mijn buurman, den
landbouwdeskundige: Plant boonen". In
derdaad; men kan nooit weten, voor wel
ke moeilijkheden men in het
roezemoezige leven komt te staan en of we mis
schien, ontwaakt op een mooien Zon
dagochtend, in onze bladen niet zullen
moeten lezen, hoe boonen alleen op de
bon gekocht kunnen worden. Waarom
wel een streng sajet, een kluwen wol, een
klos garen of een pak kleeren, waarom
wel melk, boter en kaas en waarom
niet spercie-, tuin-, kievits- of
sierboonen? Nu is het moeilijk in je tuin
huis of de logeerkamer een kleine
garenspinnerij voor huishoudelijk ge
bruik te starten, een wolspinnerij van
beperkten omvang in te richten of zelf
over te gaan tot de fabricage van
roomkaasjes, terwijl er ook practische be
zwaren zijn tegen het thuis weven van
eenige lappen stof voor een nieuw
costuum. Maar boonen zaaien ! Dat
leek ons een mogelijkheid met prac
tische vooruitzichten en ik zag me
zelf reeds als de beroemde Semeur"
met kwistige hand boonen rondom me
heen zaaien, zooals de boer zijn rogge,
tarwe en karweizaad aan de vruchtbare
aarde toevertrouwt. Ik wil erkennen,
dat ik een beginnend buitenman ben
en deswege ging ik omtrent het zaaien
der boonen, speciaal om de techniek
en de intensiteit van het zaaien, te
rade, bij enkele vaklieden en hun
meening luidde eenstemmig, dat je
boonen niet als koren rondom je heen
zaait, maar dat je boonen een voor een
en op bepaalde afstanden in den grond
zet. Dit nu was wel eenigszins een
teleurstelling, want ik had me er veel
van voorgesteld met groote, afgemeten
passen door mijn omgeploegden tuin te
stappen, telkens, in edele beweging, de
hand in het boonenzaad te steken om
dit dan met milden, nobelen zwaai
rond me uit te strooien. Het heeft niet
mogen zijn: boonen plant je in den
grond en niet anders, hetgeen ontegen
zeggelijk hél jammer is, want er
zouden zich zeer zeker veel meer ama
teurs op de boonenteelt gaan toe
leggen, als je boonen zoudt zaaien. Me
schikkend in het onvermijdelijke ben
ik gaan poten. Ik heb het gebracht tot
18 (achttien) spercieboonen. Toen heb
ik den strijd gestaakt. Ik had alleen
nog de kracht om met een ernstigen
spit in den rug naar de telefoon te
strompelen en onzen tuinman te beken
nen, wat ik begonnen was. Hij zou
direct komen.... De rest van den
zonnigen Zaterdagmiddag heb ik te
bedde doorgebracht, maar ik geloof,
dat ik ook zonder thermogène-watten
's middags aan tafel weer gewoon
meegegeten zou hebben. We hadden spercie
boonen, maar nog van den groenman ei
ik vernam, dat tijdens mijn ziekte de
tuinman de boontjes aan de moeder
aarde had toevertrouwd en dat alles
dus in gereedheid gebracht was, om
ons een goeden zomer te bezorgen.
Nu moet ik U vertellen, dat ik aan
de telefoon den tuinman opdracht had
gegeven, allén spercieboonen aan te
planten. Ik had zulks gedaan uit
practische overwegingen; ik wilde n.l.
dezen eersten zomer niet al te inge
wikkeld maken door culturen in het
leven te roepen van meerdere boonen
soorten. Ik voorzag moeilijkheden als
mijn gaarde niet alleen spercieboonen
had geproduceerd, maar naast deze
spercieboonen ook nog de reeds ge
noemde kievitsboonen en tuinboonen
en bovendien misschien nog
duiveboonen, molleboonen, snijboonen,
bruine boonen, sojaboonen, witte boo
nen en voorts wellicht grauwe erwten,
spliterwten, capucijnders en misschien
nog enkele andere peulgewassen, mij
niet bij name bekend. Ik wenschte ook
in de boonenexploitatie eenigen een
voud te betrachten en me zelf niet te
verstrikken in een overmaat van
soorten, die ik ben nog een nieuwe
ling in boonen-cultuur misschien
zelfs catastrofale gevolgen kon hebben.
Het waren dus allén spercieboonen,
welke dien zonnigen Zaterdagmiddag
in een daarvoor geschikten hoek van
mijn tuin werden neergelaten.
We hebben dan ook spercieboonen
gegeten dezen zomer, inderdaad spercie
boonen; we zullen ook dit najaar sper
cieboonen eten, die we geweckt hebben;
we zullen verder dezen ganschen winter
geweckte spercieboonen nuttigen, ook
gedurende de Kerstdagen en op Oude
jaar en we zullen, als er in den een of
anderen vorm niet tijdig verlossing
komt, tot half April weten, dat we dien
Zaterdagmiddag opdracht gaven tot
den aanplant van spercieboonen. Had
ik alles geweten, dan hadden we dien
eenen middag tenminste iets anders op
tafel kunnen hebben....
Al doende leert men. Het staat voor
mij vast, dat ik na half April 1941 tot
Juni 1950 geen spercieboonen tot mij
zal nemen en even zeker is het, dat ik
gedurende al dien tijd noch zelf spercie
boonen zal aanplanten, noch middellijk
of onmiddellijk opdracht zal verstrek
ken tot het aanplanten of het doen aan
planten van spercieboonen onder
eenigerlei vorm, maar ik heb een schat van
ervaring opgedaan, die wellicht anderen
tot leering kan strekken. De belang
rijkste is, dat men nooit laaggroeiende
spercieboonen moet planten, zulks in
verband met het bukken, dat bij het
plukken van deze soort noodzakelijk is.
Het plukken bederft nl., voor zoover
dat nog mogelijk is, de genoegens, die
misschien voor dezen en genen aan
het verbouwen van spercieboonen ver
bonden mochten zijn. Daarom: neem
hoog opgroeiende boonen, boonen, die
langs stokken groeien. U kunt dan
staande plukken, dat is practischer dan
het gebukt te doen: wij zijn nu eenmaal
geen viervoeters. De boonen, die aan
den onderkant der stokken groeien, kunt
ge met een gerust geweten veronacht
zamen: er zijn toch te veel boonen en
de boonen, die ge staande plukt, geven
U al meer ergernis, dan ge ooit in een
paar zakjes boonen aanwezig had
gedacht....
Die heele spercieboonencultuur is
trouwens onpractisch. Veel practischer
zijn tomaten. Als ze rood zijn, zijn ze
plukbaar. De groene laat je zitten.
Zooiets moest je met spercieboonen
óók hebben. Bovendien ontdek je de
vrucht gemakkelijk. Ik vind die groene
spercieboonen tusschen al die groene
blaren eenvoudig een gebrek aan
practisch inzicht van onze lieve natuur
en het werk zou wél zoo eenvoudig wor
den, wanneer die natuur zich
eenigermate rectificeerde en dezen boonen
een kleurtje gaf.
Ik voor mij zal me voorloopig niet
met den boonenteelt afgeven, maar het
moet voor liefhebbers een voldoening
zijn, bepaalde soorten spercieboonen te
gaan kweeken met een rose of helgele
of liever nog zwarte bast. Dat zal de
oogst zér vergemakkelijken.
Er logeert nu sedert enkele maanden
een klein nichtje bij ons. Ze is acht jaar
en wordt van ds week negen. We
maken er een kinderpartijtje van en
we hebben zus gevraagd, wat ze dien
middag wil eten. Ze heeft n wensch:
geen spercieboonen. En nu is het pas
September.... Mt.
Braziliëbestrijdt de muggen
l
NDIEN de menschheid van de
insecten niet meer last zou hebben,
dan zoemende muggen in de slaap
kamer en lastige vliegen in de keuken,
dan zou het nog wel uit te houden zijn.
Helaas is de werkelijkheid anders: de
mug kan geïnfecteerd zijn met
malariakiemen en slechts wachten op een
gunstige gelegenheid om zijn honger
met uw bloed te stillen en U met zijn
speeksel te infecteeren hoewel, naar
wij aannemen, deze laatste daad geen
opzettelijke is.
Terwijl ten onzent, dank zij preven
tief-hygiënische maatregelen, epide
mieën, veroorzaakt doordat insec
ten de ziektekiemen overbrengen,
vrijwel geheel verdwenen zijn, dient
men in de tropen alle krachten in te
spannen, om een eenigszins dragelijk
resultaat te bereiken. De jaarlijksche
sterftecijfers aan pest, gele koorts,
slaapziekte, tropische malaria, enz.,
toonen aan, dat men daar slechts tot
op zekere hoogte in slaagt. Per slot
van rekening is het vél eenvoudiger
een plan de campagne" op te stellen
voor de provincie Noord-Holland, die
tot in hoeken en gaatjes bekend is en
bestreken kan worden, dan voor een
oerwoud met zijn gigantische vege
taties, verraderlijke moerassen en on
doordringbaar centrum.
Dit is tevens de reden, waarom de
landen, gelegen tusschen de
keerkringen, er zoo angstvallig voor waken,
dat tot dien in hun gebied onbekende
ziekteverwekkers en ziekteverbreiders
er vasten voet krijgen: eenmaal aan
wezig, is het vrijwel ondoenlijk, de
indringers weer te verdrijven.
Vroeger was dit vraagstuk minder
gecompliceerd dan tegenwoordig: in
de eerste plaats was het internationaal
verkeer een fractie van wat het nu is,
en bovendien duurde de reis tusschen
verwijderde streken van de aardbol zoo
lang, dat insecten, die zich aan boord
verstopt" mochten hebben, veelal
onderweg bezweken. Tegenwoordig is
men per boot in n of twee weken, en
per vliegtuig in evenveel dagen over
de wereldzeeën, en dit snelle verkeer
hoeveel voordeelen het verder ook
bezit is bezig, de veilige scheids
muren tusschen geïnfecteerde en
nietgeïnfecteerde werelddeelen te slechten.
Het onlangs verschenen jaarverslag
van de welbekende Rockefeller Foun
dation vermeldt een spannende epi
sode uit den strijd van Wetenschap
en Organisatie tegen den gevleugelden
Indringer.
In 1930, namelijk, ontdekte een lid
van den staf van genoemde Foundation,
dat de Anopheles gambiae, de ge
vreesde malariamug uit Afrika, nabij
Natal, in Noordoost-Braziliëvasten
voet had gekregen. Waarschijnlijk
waren de eerste muggen met een vlieg
tuig of een snellen torpedobootjager
over den oceaan gevoerd. Sindsdien
hadden de winden de gevreesde insecten
vijfhonderd kilometer naar het Westen
verbreid en het besmette" gebied was
in 1939 reeds grooter dan Nederland.
Vergeleken met het oppervlak van
Zuid-, Midden- en Noord-Amerika was
dit natuurlijk een fractie van het
geheel, maar niettemin dreigde om
de woorden van een bekend
malariaonderzoeker te citeeren een ramp,
waarbij zelfs oorlogen, in het niet
verzonken."
Een jaar, nadat de muggen voor het
eerst gesignaleerd waren, braken groo
te malaria-epidemieën nabij Natal uit.
De droogte van 1932 en 1933, waar
door het aantal stagneerende poelen,
waarin de larven tot ontwikkeling
komen, gering was, verhinderden een
snelle verbreiding, maar gemiddeld
vorderden de muggen zestig kilometer
per jaar op hun weg naar de dichter
bevolkte dalen in het Noord-Westen.
De Anopheliden werden alleen West
waarts van hun landingspunt aange
troffen, en dan alleen nog maar langs de
kust, waar een relatief smalle strook
gronds gunstige
ontwikkelingsvoorwaarden bood: het midden van den
staat Rio Grande do Norte is namelijk
uitermate droog en zoodoende slecht
terrein voor de muggen en hun nako
melingschap.
Het rapport van de Rockefeller
Foundation constateert met spijt, dat
de kuststrook op sommige plaatsen
zoo smal is, dat men met een twintigtal
geschoolde krachten verdere invasie
had kunnen tegengaan; helaas had
men de goede jaren ongebruikt voorbij
laten gaan, en pas in 1938, toen groote
epidemieën in den staat Ceara geheel
Amerika in opschudding brachten,
greep de centrale regeering in. Teza
men met de Rockefeller Foundation,
die de wetenschappelijke en admi
nistratieve leiding in handen kreeg,
werd een malaria-dienst opgericht,
waardoor de regeering een half
millioen de Foundation honderdduizend
dollars reserveerde. Het bleek, dat deze
bedragen onvoldoende waren: het
budget voor 1940 zal het millioen
dollars zeker te boven gaan.
De resultaten, in 1939 bereikt, waren
teleurstellend, omdat de malariadienst
niet over voldoende geschoold perso
neel beschikte, en bovendien, omdat
de overvloedige regens ontelbare poelen
evenzoovele broedplaatsen voor
Anopheles-larven schiepen. Het
gevolg was, dat 114000
malariapatiënten behandeld moesten worden.
Toen de regentijd Februari tot
Mei op haar eind liep, was de orga
nisatie in orde: twee duizend doktoren,
technici en helpers stonden gereed, om
de droge periode van acht maanden
zoo goed mogelijk te benutten.
Hitte en geringe relatieve vochtig
heid zorgden ervoor, dat alle kleine
pollen en plassen verdwenen: daar
konden dus geen larven meer tot ont
wikkeling komen. Ook de rivieren
droogden uit, op enkele kreken na:
teneinde al deze potentiëele broed
plaatsen op te sporen, werd het geheele
gebied vanuit de lucht gefotografeerd
en nauwkeurig bestudeerd. Elk zicht
baar plasje, hoe klein ook, werd met
Parijsch groen of een ander
insectendoodend middel behandeld. Tegelijker
tijd werden volwassen muggen in de
huizen geattaqueerd, ten einde het
aantal eierleggende Anopheliden zoo
veel mogelijk te verminderen. Ten
slotte werd, om uitbreiding van het
geïnfecteerde gebied tegen te gaan, de
gansche streek, waar de gevreesde
insecten voorkwamen, onder quaran
taine gesteld: geen trein of auto kon
dit deel van Braziliëverlaten, zonder
nagekeken en uitgezwaveld" te wor
den; kustvaarders en visschersbooten
ondergingen in alle havens, waar aan
gelegd werd, eenzelfde lot.
Natuurlijk kwamen gevallen voor,
waarin onopzettelijk muggen
naar buiten gesmokkeld" werden.
Zoo vermeldt het bovengenoemde ver
slag, dat in n geval een nieuwe haard,
vér buiten het gecontroleerde gebied,
ontstond, doordat een oude automobiel
een geïmproviseerd pad door de jungle
had gevolgd en zoodoende niet door
den post op den hoofdweg was opgevan
gen. In een ander geval had een kleine
visschersboot in de watertank larven
meegevoerd en mijlen verder, op de
kust aan land gezet .'
Successen en tegenslagen wisselden
elkaar dus af, die zoo besluit het
verslag de regentijd van 1940 zal
uitwijzen, in hoeverre de toegepaste
maatregelen efficiënt zijn geweest.
Wat dan bereikt is, het tegengaan
van verdere verspreiding der gevreesde
malaria-muggen is de eerste schrede
op het pad, dat leidt naar het uitein
delijk doel: de vernietiging van de
laatste Anopheles gambiae op het
Amerikaansche continent !
Dr. J. OUDENBOSCH
PAG. 17 DE GROENE NO.3298