Historisch Archief 1877-1940
Intuïtieve mensenkennis
door
(Nedevlandsche stichting voor psychotechniek)
PROF. Dr. M. J. Langeveld breekt in de Groene
Amsterdammer" van 24 Augustus 1.1. een lans
voor de gezuiverde intuïtieve mensenkennis en
wij zijn zeker niet de enigen, die van dit feit met
verheugenis hebben kennis genomen. Wij vermoeden
echter, dat vele lezers zich hebben afgevraagd,wat
zij daar precies onder hadden te verstaan. Wie zich
15 jaar lang met die zuivering der mensenkennis
dagelijks heeft bezig gehouden, voelt bij het lezen
van dit artikel de behoefte in zich opkomen om
eens aan dezelfde lezers te vertellen, wat er aan die
zuivering en toepassing van de intuïtieve mensen
kennis vast zit.
Veelal denkt men, dat de zuivering van onze kijk
op mensen berust op een lering trekken uit de
schade en schande, die ons dikwijls door het te
voorbarig oordelen over onze medemensen be
rokkend wordt. Het is niet te ontkennen, dat ieder,
die zich op deze wijze zijn ervaringen te nutte maakt
op den duur een meer of minder uitgebreid arsenaal
van typen opbouwt, dat van enig nut kan zijn bij
situaties, waarin hij plotseling over houding en
gedrag van personen uit zijn omgeving een oordeel
moet vellen. Een dergelijke typologiserende mensen
kennis echter raakt nimmer de individuele structuur
van een tegenover ons gestelde medemens; zij
blijft noodzakelijk algemeen, ziet de ander slechts
in het aspect van zijn behoren tot een bepaalde
groep of classificatie.
Zuivering van mensenkennis, zoals Langeveld
die ongetwijfeld bedoelt, vindt niet plaats alleen op
grond van de statistische doorlichting en ordening
van onze ervaringen, maar begint in de eerste
plaats bij ons zelf. Terecht spreekt Langeveld dan
ook van een intuïtie, die gezuiverd is door
zelfbezinning en zelfcritiek. Geen mensenkennis zonder
zelfkennis" is een vaste regel, al is hij ook onvol
ledig, wanneer niet het omgekeerde er aan wordt
toegevoegd:
Willst du dich selber verstehn,
Seh' wie die andren es treiben,
Willst du die andren verstehn,
Bliek' in dein eigenes Herz.
(Schiller)
De strijd tegen het subjectivisme van een niet
natuur-wetenschappelijke methode moest enkel en
alleen gevoerd worden tegen het critiekloos subjec
tivisme en niet tegen een subjectivisme als zodanig,
dat op een bepaalde manier wel degelijk een
kenbron vormt. Bij de gezuiverde mensenkennis
gaat het, zoals wij hieronder uiteen zullen zetten
wel degelijk om een methode" (methodos = weg),
die aan allerlei voorwaarden is gebonden. Weliswaar
blijft de intuïtie een kijk ineens, een synthetische
visie op het karakter van den medemens, maar hoe
lang en hoe moeizaam is de weg, die afgelegd moet
worden, voordat deze intuïtie gezuiverd van de
fouten, die haar maar al te gemakkelijk aankleven,
tot stand kan komen.
De weg, die moet worden afgelegd, is zoals wij
reeds hierboven aanduidden in de eerste plaats het
leren kennen van het instrument, waarmee wij
een ander beoordelen. Dit instrument is niets anders,
dan het eigen ik" de eigen structuur. Dit is het
enige middel, waarmee het individuele, d.i. het
Einmaliche, het niet klassificeerbare van den ander
kan beoordeeld worden. De subjectieve methode
(d.i. dus de intuïtieve mensenkennis gezuiverd van
foutenbronnen) is de enige toegangspoort tot
begrijpen van het absoluut bijzondere in de andere,
evenals de metende natuur-wetenschappelijke
methode de enige toegangspoort is tot het vast
stellen en verklaren van het algemeen wetmatige
(zowel in de partner als in de verdere natuur).
Het kennen van dit instrument, het kennen van
zichzelf is gebonden aan het kennen van de ander.
Deze eigenaardige cirkelgang is reeds door velen
opgemerkt, en komt ook in de boven aangehaalde
regels van Schiller tot uiting. Aanvankelijk spreekt
Restaurant DORRIUS
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DU JOUR EN A LA CARTE
ieder mens uitsluitend oordelen uit over zijn mede
mens, die niet de ander, maar hem zelf beschrijven:
hij projecteert zich in de ander. Het verschijnsel
van projectie heeft in vele landen zijn adaequate
spreekwoord of spreekwijze. Chaque peintre fait
son propre portrait", zeggen de Fransen. So wie
man in den Wald ruft, so schallt es heraus", zeggen
de Duitsers. Zo de waard is vertrouwt hij zijn
gasten" zeggen wij van ouds en de Bijbel waar
schuwt: oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld
wordt; want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij
geoordeeld worden, en met welke maat gij meet,
zal u weder gemeten worden.
Er zijn natuurlijk tal van mensen voor wie deze
spreekwoorden tevergeefs ontstonden. Zonder iets
te merken, blijven zij zich gedurende hun hele leven
rustig op hun medemensen projecteren. In tegen
stelling tot deze vormen de werkelijke mensen
kenners een kleine groep, waarvan de leden overal
verspreid zijn. Men vindt ze onder de politie
agenten, de portiers van grote banken, de bedrijfs
leiders, de vrouwen en zelfs onder psychotechnici of
karakterologen van het vak. Vooral deze laatsten
zullen een oordeel van nu telkens en telkens weer
aan een zorgvuldig onderzoek onderwerpen, waarbij
zij hun eigen visie vergelijken met die van anderen
en ook met wat zij zelve later over de betreffende
persoon te weten komen. Daarnaast verzamelen zij
de oordelen van anderen over zichzelf, zodat zij in
een voortdurende bezinning over eigen karakter en
stemming kunnen schiften wat in het door hun
uitgesproken oordeel projectie was en wat niet.
Door deze wisselwerking, ontstaat een gestadig
groeiende zelfkennis en daarmede de mogelijkheid
om in toenemende mate gewaarschuwd te zijn,
wanneer het nodig is ten behoeve van welk doel
ook, de intuïtie te laten spreken.
Met zelfkennis alleen is de weg, die tot een juist
oordeel leidt nog niet afgelegd. Het is waar, dat
ons oordeel over anderen steeds dieper en grondiger
wordt en rijker geschakeerd, naarmate wij ons zelf
leren kennen, doch wil men de intuïtie haar volle
kans geven, dan moet voldaan zijn aan nog meer
voorwaarden, welke samenhangen met de toestand,
waarin wij ons tijdens het oordelen zelf bevinden.
Geen oordeel kan worden geveld, voordat het be
oordeelde zeer nauwkeurig is waargenomen; dit
geldt niet slechts voor de objectieve natuurweten
schappelijke methode, maar in minstens even sterke
mate voor de methode van het subjectieve schouwen.
Over het geheel genomen zijn wij uitermate slechte
waarnemers. Een dagelijkse scholing gedurende
vele jaren brengt ieder mens tot het inzicht, dat hij
ziende blind is geweest en horende doof. Het gewone
waarnemingsbeeld, meestal gekenmerkt door ar
moede en schematiseering, vormt geen materiaal,
waarmede de synthetische visie van de intuïtie iets
kan uitrichten. Maar ook met de geschoolde waar
neming is het geheim van de intuïtie niet opgelost.
Dit is veelmeer hierin gelegen, dat door deze waar
neming bij de waarnemende een verandering ont
staat van zijn eigen ik-gevoel. Deze verandering
gaat in een richting parallel aan het ik-gevoel,dat
staat achter de expressie, die hij waarneemt. Ook
dit gemodificeerd kunnen worden is van een voor
waarde afhankelijk, men moet er op een bepaalde
wijze voor zijn ingesteld en wel comtenplatief d.w.z.
zonder een instinctieve binding ten opzichte van de
buitenwereld.
Het is natuurlijk principieel niet van belang, op
welke wijze een ander wordt waargenomen. Ons
ik-gevoel kan gemodificeerd worden door optische
beelden, als mimiek en physionomie, handschrift of
door acoustische beelden, zoals het timbre van de
stem e.d. De uitdrukkingswet eens en vooral door
Klages vastgelegd luidt: Der Ausdruck eines
Lebenszustandes ist so beschaffen, dass seine
Erscheinung den Zustand hervorrufen kann.
De eigenlijke grond van de intuïtie is gelegen in
de gevoeligheid, waarmee een mens een innerlijke
nabootsing kan volbrengen op grond van datgene
wat hij waarneemt in de ander. Hoe beter de waar
neming, hoe beter natuurlijk ook de nabootsing,
maar tevens is deze nabootsing gebonden aan de
plasticiteit van het ik-gevoel. Hoe minder ge
kristalliseerd of verstard dit ik-gevoel bij een mens
is, hoe minder psychisch vastgelegd, hoe gemakke
lijker hij bewogen zal worden door de beelden uit
zijn buitenwereld.
Het is niet ondenkbaar, dat in de structuur van
de vrouwelijke psyche deze kristallisatie of verstar
ring minder sterk plaats vindt, dan bij een man en
dat daarom de vrouw de betere intuïtie bezit, terwijl
daarentegen het natuurwetenschappelijk causale
denken meer typisch mannelijk zou wezen. Hier
staat echter tegenover, dat de meeste vrouwen in
het algemeen minder behoefte zullen gevoelen om
haar intuïtieve kijk door jaren lang oefenen te
zuiveren van de foutenbronnen der projectie.
De psycholoog moet dus een zeer plastisch
ikgevoel hebben, maar bovendien moet hij ook al
weer door veel oefening en ervaring in staat zijn
om de richting, waarin dit ik-gevoel zich modifi
ceert op grond van waargenomen uitdrukkings
verschijnselen bij zichzelf kunnen interpreteren.
Naarmate hij meer gewend is zich zijn eigen be
levingen bewust te maken, zal hij ook makke
lijker bij de innerlijke nabootsing van anderen
de juiste woorden vinden, voor wat hij bezig is te
beleven. Een tegenwerping, dat de psycholoog aldus
niet den ander, maar zichzelf interpreteert is juist,
maar hij interpreteert niet zijn habituele ik, maar
een ik-heid, welke gemodificeerd is in de richting
van de ander.
Zoals wij boven reeds zeiden, bestaat geen
andere weg het Einmaliche" van de medemens
te benaderen, indien wij tenminste buiten beschou
wing willen laten de paranormale wegen van
telepathie, helderziendheid, etc.
Natuurlijk voert ook de weg van de intuïtie
niet tot een volmaakt resultaat. De zuivering is een
proces, dat nooit ten volle is bereikt; de plasticiteit
van het ik-gevoel is beperkt, bij de een meer dan bij
de ander en hierop berust de meerdere of mindere
aanleg tot de practische psychologie in boven om
schreven zin; bovendien is het instrument van de
intuïtieve psycholoog, daar hij er zelf 100% bij
betrokken is, onderhevig aan de schommelingen
van de eigen dispositie; grote vermoeidheid b.v.
kan de plasticiteit van het ik-gevoel of de helderheid
van de interpretatie sterk nadelig beïnvloeden.
Men kan zich niet op n dag volledig in 100 mensen
verplaatsen; een tien a vijftiental is reeds een hele
praestatie. Vandaar dan ook, dat een noodzake
lijke compensatie voor de gebrekkigheid en
vermoeibaarheid moet gezocht worden in een gelijktijdige
controle, en beoordeling door andere beoordelaars,
die ieder op hun wijze hetzelfde object trachten te
benaderen. Dit is het grote voordeel van een psy
chotechnisch instituut bij beoordeeling van sollici
tanten boven de enkelvoudige beoordeling van b.v.
een personeel-chef. Deze laatste, ook al behoort
hij tot de zeer goede psychologen in boven-bedoelde
zin, is zelden of nooit in de gelegenheid controle
op zijn eigen intuïtie te laten uitoefenen; alleen
de practijk corrigeert hem, d.w.z. wanneer het
vaak reeds te laat is.
Er is een tijd geweest, dat de psycho-techniek
haar heil gezocht heeft uitsluitend in de objectieve
methode. De belangrijkheid der beslissingen, de
verantwoordelijkheid over verdere levensloop van
b.v. een beroepskeuze candidaat, scheen immers
een zodanige onderzoekingsmethode te gebieden,
dat alle persoonlijke subjectiviteit van den onder
zoeker en raadgever een definitief halt was toe
geroepen. Het resultaat was echter merkwaardiger
wijze precies omgekeerd. Juist door zulk een methode
voelt de onderzochte zich verkocht. Hij weet, dat
hij meer is, dan een loutere som van delen. Hij
weet, dat de eigenaardige structuur van zijn ver
mogens, van zijn temperament en van zijn drijf
veren niet met een meetinstrument is vast te stellen,
dat hij niet restlos" in een hokje past van welke
uitgebreide indeling dan ook en dat de conflicten,
waarvoor hij ook in zijn beroepsleven komt te staan,
samenhangen juist met het individuele in zijn
karakter. Hij zal eerder het risico willen lopen
slachtoffer te worden van de mogelijke fouten, die
een intuïtief maar zoveel mogelijk geschoold en
ervaren mensenkenner toch nog kan maken, dan
zich voor zijn leven te laten beplakken met een
etiquette, waardoor wel zijn plaats in een of andere
classificatie met exacte middelen is bepaald, maar
waar mede noodwendig gebleven is bezijden de
essentie van zijn eigenlijke mens-zijn. Echter, zo
gesteld, is de vraag, waarom het gaat, eenzijdig
gesteld. Hier is geen sprake van een of. ... óf, rraar
van een n. .. . n. Het zou een ongelooflijke
dwaling van de intuïtieve mensenkenner zijn,
wanneer hij niet naast zijn intuïtie zoveel het maar
enigszins mogelijk is gebruik maakte van alle hulp
middelen, die mee kunnen werken om te classi
ficeren en te verklaren wat zich hiertoe van de
menselijke persoonlijkheid leent.
Beide methoden, de subjectieve en de objectieve,
zijn menselijk en daarmede beperkt, slechts een
combinatie kan leiden tot die selectie van werk
krachten, waaraan iedere maatschappij in welke
vorm zij zich ook constitueert, zo dringend be
hoefte heeft.
PAG. 4 DE GROENE No. 3299