Historisch Archief 1877-1940
'rouwen en vrouwenleven
I. Avondhoedje van kleurige veeren, vol luchtgaatjes, wordt geheel boven op het
hoofd gedragen; perfect verzorgd kapsel en beeldschoone gelaatstrekken vereischt!
2. W/ten toque met cellophaan strick. Een chic mzdelletje, oik voor U.
3. Mutsje van groen fluweel, hierbij dient op de zuivere lijn der haar inplanting
gelei te worden.
e me
^?USSCHEN een hoed-met-rand en
een klein dopje, mutsje of toque
bestaat een essentieel verschil. De
vrouw die dolgraag zoo'n malligheidje
dragen wil, de hoedenwinkel binnen
stapt, alle rare modehoedjes opzet
en tenslotte toch maar besluit tot een
gewone sportieve vilthoed, geeft blijk
van zelfkennis of van gebrek aan
durf. Het eerste is, in de mode, uit
stekend, het tweede onvergeeflijk !
De hoed met rand is, inderdaad, spor
tief, en meestal flatteus; de toque kan
coquet zijn, brutaal, onzinnig en
geraffineerd.
Aan ons de keuze !
Maar bij het koopen van een nieuwe
hoed moet men rekening houden met
enkele vaste regels. Een randloos hoed
je past alleen boven een zuiver ovaal
of naar de kin spits toeloopend gezicht;
wie dus eenigszins breede kaken heeft,
zij voorzichtig ! Men kan de hoed
achter op 't hoofd dragen wanneer
het voorhoofd laag en rimpelloos is.
Een geprononceerde neus vraagt om
een hoed met rand. En in 't algemeen
bedenke men, dat die hoeden het
meest flatteeren, die door vorm of
garneering ergens breeder zijn dan
het breedste deel van uw gezicht. Hier
tegen wordt veel gezondigd, en toch
is het een zeer voorname regel bij den
aanschaf van den Nieuwen Hoed !
MARS KN LI Cl 1,1,1 S
Heeft U wel eens Kastanjepap ge
geten, Kloosterstoofpot of Heete Be
delaar? Na lezing van het boekje:
Ons Dagelijksch Brood Goede
Maaltijden in Oorlogstijd" door C. J.
Ooms-Vinckers met recepten van A.
J. Reiding ben ik bereid tenminste
zonder vooroordeel van deze spijzen
te proeven.
Dit optimistische werkje, dat op bij
zonder aantrekkelijke wijze het licht
heeft gezien te Zwolle bij La Rivière
en Voorhoeve, lijkt mij voor de huis
vrouw, wier taak in dezen tijd alles
behalve benijdenswaardig genoemd kan
worden, een uitkomst. Opgemerkt zij,
dat dagelijksch brood hier opgevat
dient te worden in een bijbelsche uit
gebreidheid van woordbeteekenis. Het
gaat dus over Gortebrij zoowel als over
Champignons met kaassaus; de berei
ding van Gulasch wordt U uiteengezet
even smakelijk als die van Hutspot.
Het houdt rekening met de wisseling
der jaargetijden en vooral met de be
perkingen in de verschaffing van al
hetgeen wij noodig meenen te hebben
voor onze tafelgeneugten. Bij dit alles
is het duidelijk, overzichtelijk en be
knopt, zoodat de fantasie onzer
kookartisten niet aan banden gelegd wordt.
De professoren: Dr. H. W. Julius en
Dr. F. J. J. Buytendijk schreven een in
leiding. Het komt mijvoor dat hun na
men een waarborg zijn, dat de gouden
standaard van onzen vitaminenrijkdom
in deze leiddraad niet aangetast wordt.
PAG. 12 DE GROENE No. 3300