Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZIGHEDEN
v
ff".
ISudslnventarls
Lantarens
ZE hebben van die kleine slaperige
oogjes, net of ze niet goed wakker
zijn. Maar de stad slaapt niet.
De sleur der dagelijksche dingen
en der nachtelijke dingen is vrijwel
onverwoestbaar, de menschen sluipen
met kattenoogen over straat voor hun
bezoekje, hun biosje of hun borreltje.
Mismoedig laten de booglampen het
hoofd hangen, ze geven een sprankje
bleek licht, bleek van verdriet. Want
ze dachten nog wel dat ze onmisbaar
waren en nu hebben ze gemerkt dat
hun lux luxe was.
En als de maan treiterend vol aan
den hemel verschijnt ondergaan ze hun
grootste schande: ze zien dan hun
eigen schaduw. Dat de
laag-bij-degrondsche menschen hun schaduwt j es
altijd voor en achter zich meeslepen,
dat spreekt van zelf, daarvoor zijn het
dan ook maar menschen. Maar een
lantaarn met een schaduw is geen
lantaarn. En als het een beetje goed
donker is hebben zelfs de menschen
geen schaduw meer, er is niets dan
schaduw.
Vele eeuwen geleden was de straat
verlichting ook uiterst spaarzaam. In
de avonden waren de gevelprofielen
markanter, de grachten geheimzinni
ger, de wolken mooier. En de menschen
voeren er wel bij. Maar toen hadden
ze niet zoo veel fietsen om over te
struikelen, toen waren de huizen nog
niet zoo schel van binnen verlicht
omdat de menschen nog niet wisten
dat honderd watt pas wat was, zoodat
ze niet totaal verblind het licht in de
oogen moesten missen als ze op straat
kwamen.
De lantarens hebben minder te doen
gekregen, hun taak is verlicht al valt
het hun zwaar. En als er iemand strui
kelt over een stoepje, dan knipoogen
ze uit leedvermaak.
Tooneel
,,Het Concert"
(Centraal Theater)
DIT is een concert" in vele
toonaarden, en het is heelemaal
in majeur geschreven en gespeeld.
Het gegeven van Hermann Bahr is
eigenlijk niets bijzonders: twee echt
paren die hun partners verwisselen
?t.
Cees Laseur, Mary Dresse/huys, R/e Gi/huys
met een onherroepelijk fiasco als
ontknooping. Welk fiasco dan meteen
een happy ending is.
Cees Laseur, Rie Gilhuys, Mary
Dresselhuys, Joan Remmelts, Elly
Weller doen hier meer dan
tooneelspelen. Ze spelen zoo natuurlijk, dat
ze .niet meer spelen, maar zijn. En
zóó zijn, dat het adembenemend zijn
zou als we niet zoo veel moesten
achen.
Gustav Heink (Laseur), de beroemde
pianist, wordt verafgood door minstens
acht vrouwen, natuurlijk in hoofdzaak
leerlingen. En als goed pianoleeraar
heeft hij het zeer, zeer druk. Het
concert" is in werkelijkheid een ver
blijf in zijn berghut met een van zijn
leerlingen. Zijn vrouw komt met de
echtgenoot der leerlinge ook in de
berghut, waar zich de tweede en derde
acte afspelen.
Het gegeven is eenvoudig, maar tekst,
spel en decors vormen een geheel
van ongekende perfectie zooals we
(helaas) maar zelden zien. Ga dit
zeldzame zien!
Een Amsterdamsche Jongen
(Stadsschouw burg)
IN de Stadsschouwburg is een stad
gebouwd, het oude Amsterdam. Als
het scherm opgaat en ge het gevelige
en luifelige pleintje ziet met menschen
in schilderachtige kleeding, dan geneert
u zich misschien een beetje in uw
nuchtere colbertje en voor het
confectiecostuum met vierkante schouders
van den man die voor u zit. Het is half
acht, dat is nogal vroeg, en dan wordt
het plotseling 1622, en we zien de
koopman Sael (-born) die in moeilijk
heden verkeert omdat hij zijn schulden
niet betalen kan. Het is een troost dat
er ook al in 1622 zulke moeilijkheden
Van Lennep en de Beurs van 1622
waren. Hij raakt allengs verstrikt in de
klauwen van de duivelsche Jean Ie
Chantre alias Doctor Paul of Doctor
Abrahams (of Louis van Gasteren) die
hem tot vreeselijke dingen aan weet
te zetten en tot overmaat van ramp
met zijn dochter Lucia (Carla de Raet)
wil trouwen. Arend, de Amsterdamsche
jongen (Guus Oster) haalt kattekwaad
uit, klimt bruggen af en boomen in,
en blijkt eigenlijk een hart van goud
te hebben.
De decors en de kleeding zijn niet
alleen smaakvol maar ook cht, en
hetj'spel en de handeling zijn-zoo natuur
lijk dat ge de indruk krijgt dat niet
het stuk in de schouwburg gezet werd,
maar dat de zaal naar de handeling
werd geschoven alsof deze een lift was
die niet drie etages maar drie eeuwen
naar beneden ging. Natuurlijk hapert
er wel iets aan de natuurlijkheid, en
dat is dan te danken aan de tekst van
Van Lennep, die we tenslotte toch
dankbaar moeten zijn. Hij wist niet
dat dat stuk in 1940 nog gespeeld
zou worden.
Zeemansvro uwen
(Cinema Royal)
NA ,,De Jantjes" voert Boubers
volkstooneel Zeemansvrouwen"
op. Evenals in De Jantjes" zien we
hier de achterblijvende vrouwen wier
mannen op zee rondzwalken. Maar
die mannen komen vaak genoeg aan
wal om groote conflicten te veroor
zaken. De eerste acte speelt in het
café'tje van tante Saar (Riek Berk
hout), zoo'n gezellig kroegje dat op
zichzelf al een kijkspel is omdat er
voortdurend allerlei gasten binnen
vallen: zeelieden die na jaren
zwervens terugkomen, buurtbewoners met
lun kletspraatjes, en enkele ongure
typen waarvan Lau er een is. Lau is
de man van Leen (Anny Verhulst),
maar wegens zijn berispelijke levens
wandel komt hij in de bajes, waaruit
hij ons op een aria vergast tusschen
de eerste en de tweede acte. Tusschen
de actes zorgt Silberman met zijn
orkest voor meeslepende muziek die
je van de eene acte naar de andere
sleept, pittige jazzmuziek begeleid
door orgel of omgekeerd. En we laten
ons graag van de eene acte naar de
andere sleepen.
Willem van der Veer en Anny Verhulst
Als Lau Leen in de steek heeft ge
laten, hij moest wel vanwege de bajes,
dan verschijnt Willem Broerse (Wil
lem van der Veer), een flinke eerlijke
varensgast, een echte Pietje recht
uit". Hij ontfermt zich over Leen en
haar tweeling, zoo lang als het duren
mag, want Lau heeft niet levenslang
gekregen.
Heintje Davids komt als Manke Mie
de boel wat opvroolijken. Al te veel
tranen is nergens goed voor, want er
wordt wat gesnotterd in de zaal.
Manke Mie heeft een horrelvoet die
ze niet onder stoelen en banken steekt,
want hij is een aandenken aan haar
eerste man zaliger. Met die horrelvoet
strompelt, stampt en danst ze met
prima ballerina allures. Ze is een
schril contrast en praat (of kijft)
sappig Amsterdamsch.
Film
,7 Verliefde Vrijgezellen
(Alhambra)
WOLF Findeisen (Hans Holt)
is een jong advocaat die naar
Berlijn gaat om daar bij zijn drie ooms
een practijk te beginnen. Nu wil het
toeval dat deze drie ooms verstokte
vrijgezellen zijn. Wolf heeft daartoe
echter niet de geringste aanleg, wat
al dadelijk blijkt als hij in de trein op
weg naar Berlijn kennis maakt met de
charmante Marguerite (Gusti Huber),
die hij na zijn aankomst tegen wil en
dank niet vergeten kan.
Wolf knoopt verdere banden van
vriendschap en liefde met Marguerite
aan. Maar zijn drie ooms, principieele
vrijgezellen, zouden nooit hun toe
stemming voor een huwelijk geven.
Wolf ontdekt dat een van zijn ooms
niet zoo'n absolute vrijgezel is als hij
hem ontmoet met een vriendin van
wier bestaan niemand iets wist. Maar
deze oom Karl laat zich daardoor niet
intimideeren, hij weigert toestemming
voor het huwelijk te geven.
Marguerite is er achter gekomen dat
de drie ooms ieder niet ongevoelig zijn
voor vrouwelijk schoon, en dat elke
oom zelfs aan een bepaald type de
voorkeur geeft.
Marguerite gaat zich verkleeden en
vermommen en komt telkens als een
andere verschijning bij de ooms over
de vloer. Ze bekoort hen alle drie, ze
worden allen verliefd op de drie ver
schillende Marguerites. Om drie ver
stokte vrijgezellen het hart op hol te
maken is een haast ongeloofelijke
prestatie.-De ooms vinden het tenslotte
zelf ook ongeloofelijk, als na hun
misiukte huwelijksaanzoeken de drie
vrouwen ontmaskerd worden. En de
moeite van Marguerite wordt beloond,
dat verdiende ze ook.
Cabaret
De Mallemolen
(Leidschepleintheater)
DE Mallemolen is dat voor de vol
wassenen wat de draaimolen
voor het kind is. Het betaalt een dub
beltje en heeft een onuitsprekelijk
pleizier. De volwassene betaalt iets
meer, daarvoor is hij dan ook vol
wassen en krijgt kinderlijke en on
kinderlijke pret. En dan draait het
carroussel een heele avond met afwis
selende, grappige en gekke wendingen.
In een hoekje van de Witte Sociëteit
zien we hoe twee oude heertjes binnen
enkele minuten jaren jonger worden
of zich dat verbeelden. Die verbeelding
is goed uitgebeeld. Van de Witte gaan
we naar Java, waar Elly van Stekelen
burg de aankomst van een schip af
wacht. Wachten is doorgaans ver
velend en wachten op een schip kan
erg lang duren, maar hier was deze
bezigheid aangrijpend.
De eigenwijze liedjes van Cor Ruys,
met eigen wijsjes van Han Beuker,
zijn stuk voor stuk tooneelstukjes
waarin Cor Ruys alle rollen speelt.
En in zijn Ik ben te bang. .. ., te
angstig voor mijn vrouw !" heeft hij
maar n rol, die van den man die
onder de pantoffel zit en zoodoende
Cor Ruys
aan het wegkwijnen is. Want die pan
toffel is zoo groot dat we haar niet op
het tooneel zouden durven zien ver
schijnen. Het is angstig die angst te zien.
Andre Zibral is een fantaisiste
parodiste. Als die man niet stapel gek is,
dan ben ik het. Als hij het tooneel op
komt slungelen schrikt ge van de
vreemde verschijning. Hij viert zijn
muzikale talenten bot op een paar
vreemde instrumenten en geeft er in
gebroken Hollandsch uitleg bij die
overbodig is. Dan gaat ge glimlachen,
lachen en brullen zoodat ge van uzelf
schrikt. Het is de slappe lach, de
gierende lach, de bevrijdende lach.
Tentoonstellingen
Gravures en aardewerk
(Kunstkehler)
IN de kunstkelder Ars Longa" aan
het Spui is een uitstalling van aarde
werk van F. R. Wildenhain en tegelijk
een tentoonstelling van droge naald
gravures en houtsneden van J o Bezaan.
De ruimte in deze kunstkelder is nogal
beperkt, maar deze twee tentoonstel
lingen kunnen er in omdat de eene staat
en de andere hangt. Zoo is het een
elck wat wils", en het interieur heeft
iets van een gezellige kamer, we missen
hier de officieele strengheid van de
expositiezaal. Maar misschien is het
hier een beetje al te knus.
De potten, kruiken, vazen en schalen
zijn van velerlei vorm en kleur, vooral
de kleuren maken ze aantrekkelijk,
Het werk van Jo Bezaan, op enkele
uitzonderingen na zonder kleur, ken
merkt zich door strakke vormen. We
zien een vrouw in Spakenburg, een
vrouw uit de Krim, gezichten op Fes
en allerlei landschappen uit het Zuiden.
Het werk is van een prettige zuivere
soberheid.
Zoo is dit tentoonstellinkje klein
maar dapper.
PA«. 14 DE GROENE No. 3300