Historisch Archief 1877-1940
BAR®N VMS MÜNCHHAUSEHjr.
NATUURLIJK heb ik met het oog
op de bijzondere tijdsomstandig
heden het een en ander gehamsterd,
maar in n opzicht wasch ik mijn
handen in onschuld, ik heb namelijk
vergeten zeep in te slaan, zoodat ik
mijn handen misschien heelemaal niet
meer zal kunnen wasschen wat op den
duur toch wel onaangenaam moet zijn.
Weliswaar is het nog niet zoo ver,
maar men moet toch rekening met de
toekomst houden. Toen ik onlangs op
bezoek was bij mijn neef Baron Goud
knots vertelde deze mij dat hij een on
afzienbare hoeveelheid zeep in voor
raad had. Dit trof mij ietwat onaange
naam. Het zou beneden mijn waardig
heid zijn hem om een paar stukken
te vragen. Dat hij zooveel meer zeep
dan ik had was niet heelemaal onre
delijk, want wegens zijn grooten
lichaamsomvang heeft hij natuurlijk
veel meer zeep noodig, tenminste als
hij zich wascht.
Dien middag dat ik bij hem op be
zoek was zaten wij ons eigenlijk
eenigszins te vervelen; mijn neef is nu een
maal een slecht causeur, en als hij iets
vertelt is hij een groote snoever.
Schaakspelen kan hij niet en biljart
speelt hij nog slechter. Wij zaten dus
tegenover elkaar en hadden niets an
ders dan whiskey om den tijd te dooden,
maar zelfs dat gaat vervelen. Totdat
ik de knoop doorhakte en hem voor
stelde een spelletje te gaan doen. Hij
was er voor te vinden mits hij er bij
kon blijven zitten. Of ik voor een par
tijtje halma voelde, of voor
quartetspel? Ik wees dat direct van de hand
en zei dat er geen mooier spel bestond
dan bellenblazen. Aanvankelijk keek
mijn neef hoogst verbaasd, ik zei hem
echter dat ik grootere bellen zou kun
nen blaz_en dan hij. Toen was hij direct
voor het spel te vinden. Ik schelde zijn
huisknecht en bestelde zes badkuipen
met warm zeepsop. Tot mijn verbazing
en mijn neef's schrik zei de knecht dat
er geen zes kuipen waren, maar slechts
twee. Noodgedwongen nam ik daar
genoegen mee en gaf order dat er in de
keuken nieuwe voorraden zeepsop ge
maakt moesten worden, want het spel
kon wel eens eenigen tijd in beslag
nemen.
Na een half uurtje waren er twee
dampende kuipen op het terras gezet
en wij beiden gingen er bij zitten in ge
makkelijke stoelen en met lange
Goudsche pijpen. Mijn neef blies een aantal
belletjes die niet grooter waren dan
pruimen. Ik blies er enkele die iets
grooter waren. Op zijn beurt blies mijn
neef toen bellen die het formaat van
tennisballen hadden. Natuurlijk blies
ik toen weer iets grootere tot mijn neefs
groote ergernis. Hij werd zoo nerveus
dat zijn bellen telkens stuk sprongen
voordat we zien konden hoe groot ze
waren. Ondertusschen blies ik onop
houdelijk bellen die de vorige in grootte
overtroffen. Telkens beweerde mijn
neef dat hij grootere bellen geblazen
had dan ik, en om hem te bewijzen dat
dit niet het geval was, blies ik af en toe
een bel die zoo groot was, dat ik en mijn
neef Baron Goudknots mitsgaders
diens mislukkende zeepbelletjes, er
door omhuld werden. Een
onomstootelijker bewijs voor de superiotireit van
mijn bellen was moeilijk denkbaar.
Weldra moesten de baden opnieuw
gevuld worden. Mijn neef versaagde
niet, hij moest en hij zou de wedstrijd
winnen. Bij duizenden stegen de zeep
bellen omhoog en werden door den
wind meegevoerd. In alle kleuren van
den regenboog schitterden ze aan den
hemel en in elke bel zag ik de bolronde
lachwekkende weerspiegeling van mijn
neef Baron Goudknots, die zich nau
welijks tijd gunde naar boven te kijken
omdat hij zoo geagiteerd bezig was dat
hij adem te kort kwam. Telkens als hij
een reeks bellen geblazen had, blies ik
daar een groote bel omheen en deze
conglomeraten zweefden weg in de
richting van mijn landgoed.
Uit die richting drong een regelmatig
geknal tot ons door. Mijn neef vroeg
mij wat dat te beteekenen had. Daarom
vertelde ik hem dat mijn personeel op
eksterjacht was, met welke uiteen
zetting hij genoegen nam. Nadat we
ieder een stuk of twintig badkuipen
hadden leeggeblazen werd mijn neef
bewusteloos van uitputting. Zijn eer
zucht had hem parten gespeeld, nu had
hij zijn verdiende loon. Hij werd bij
gebracht door zijn personeel, voor mij
zou dat te veel werk zijn geweest. Toen
hij zijn oogen weer opende blies ik als
apotheose een enorme zeepbel om mij
heen, waarin ik opsteeg en naar mijn
landgoed zweefde. Ik werd luidkeels
begroet door mijn personeel dat
rondom den vijver stond, gewapend met
jachtgeweren. De vijver was gevuld
met huizenhooge schuimwolken. Op
het oogenblik dat ik mij boven den
vijver bevond, prikte ik met mijn wijs
vinger een gaatje in de bel die
stuksprong. Zacht kwam ik in het schuim
terecht.
De oogst was bevredigend. De vijver
die ik van te voren leeg had laten
loopen, was tot aan den rand met
zeepwater gevuld. Mijn personeel dat ik de
opdracht gegeven had alle zeepbellen
die voorbijzweefden stuk te schieten
boven den vijver, had zijn taak naar
behooren volbracht en kon nu begin
nen met het leegpompen van den vijver
en het bereiden van de zeep die ik zoo
zeer ontbeerde.
En toen mijn neef Baron Goudknots
enkele dagen later mijn opzet door
grondde, werd hij zoo woedend dat hij
mij bijna om zeep bracht.
Professor Piet Lut's perikelen
Zij n leeftijd
HOE oud ben je eigenlijk, vader?"
vroeg prof. Piet Lut's oudste
dochter terwijl ze aan het ontbijt zaten.
Omdat de professor het niet noodig
vond een direct antwoord te geven,
fronste hij zijn wenkbrauwen en zei:
Ik ben acht jaar ouder dan je moeder."
,,Nou weet ik nog niets, hoe oud
is moeder dan?" Berispend keek Lut
zijn dochter aan en zei: Naar den
leeftijd van een dame vraagt men niet,
zelfs niet als die dame je eigen moeder
is. Maar ik zal je wat zeggen. Drie
jaar geleden was je moeder bc jaar, of
wel c maal d jaar. Met bc bedoel ik een
getal van twee cijfers, maar de cijfers
heb ik vervangen door letters. Als ik
zeg: bc, bedoel ik daarmee dus b tien
tallen en c eenheden. Evenals men bij
het opschrijven van het getal 42 de
cijfers 4 en 2 achtereenvolgens op het
papier zet, zoo doe ik dat in gedachten
met de letters bene. Je moetjedus niet
vergissen, bc is niet het product van
b en c, en ook niet twee en veertig,
maar: cee en beetig."
Wat heb ik aan dien onzin, ik wou
weten hoe oud je was. Ik heb geen
behoefte aan een wiskundige verhande
ling op mijn nuchtere maag", pruttelde
zijn dochter terecht. Eet dan wat,
dan zal ik je het ondertusschen uit
leggen. Als je je verstand gebruikt, dan
zal je er achter komen, want het is
niet zoo moeilijk."
De professor roerde in zijn thee
hoewel er nog geen suiker in zat en
nam een slokje waarbij hij peinzend
naar buiten keek. Hij was aan het
denken en merkte niet dat er geen
suiker in zijn thee was. Zijn vrouw
glimlachte tevreden. Zij was wel voor
die wiskundige probleempjes te vinden
aan het ontbijt, want dan was haar
man zoo verstrooid dat hij niet merkte
dat hij geen suiker had. Op die manier
was het een mooie bezuiniging.
Luister", ging de professor verder,
ons huisnummer is bj. Maar dat is
niet voldoende om mijn leeftijd uit te
rekenen. Daarom zal ik nog enkele
gegevens verstrekken. Het aantal sui
kerklontjes in de suikerpot, dat kan ik
zoo op het oog wel schatten, bedraagt
meer dan kl, en minder dan ch. Apro
pos, ik geloof dat ik geen suiker in
mijn thee heb." De professor nam vier
klontjes en liet die in zijn kopje
plonzen, tot groot misnoegen van zijn
vrouw die uitriep: Maar Piet dan
toch, kijk toch wat je doet. Nou is de
suiker bijna op !"
Professor Lut schonk geen aandacht
aan zijn vrouw die nog wat thee in
zijn kopje schonk, en vervolgde zijn
uiteenzetting: ,,De letters a, b, c, d, e,
f, h, j, k en l stellen ieder een cijfer
voor. En met die letters zal ik nu
eens enkele vermenigvuldigingen uit
rekenen, a maal b is b, b maal c is
cee en aatig" Is toch voordeeliger",
zei Pietje junior. Moeder, die nu plotse
ling aan haar punten ging denken, zei
geërgerd: Niet in de rede vallen als
vader praat, Pietje. Veeg je mond af.
En kijk eens naar je handen. Ga gauw
je handen wasschen ! Of nee, doe het
nou maar niet." Mevrouw Lut was
voor de heele dag uit haar humeur, en
haar man ging onverstoorbaar verder:
D maal e is ch, e maal f is dk, f maal h
is cj, h maal j is kj, j maal k is e,
k maal l is l, en a maal l is ook 1."
Dat kan niet", zei Pietje, want dan
is k hetzelfde als a en je hebt maar tien
letters." Bemoei je er niet mee,
Pietje, jij kunt er toch niets van begrij
pen. Hou je mond !" zei de professor
terwijl hij nog eens vier klontjes in
zijn thee deed.
De oudste dochter van de professor
was intelligenter dan Pietje al was ze
niet zoo knap, innerlijk welteverstaan,
als haar vader. En voordat ze van de
ontbijttafel opstond, wist ze het. Haar
vader was . . jaar.
Hoe oud is professor Piet Lut?
l>t' Sijïarettoii
Antwoord op het rekenkundige ver
haaltje van de vorige week.
Prof. Piet Lut kreeg 273 sigaren. Zijn
collega, prof. Sof had zich dus met
273 maal 5, dus met 1365 sigaretten
verrekend. Het aantal sigaretten dat
prof. Sof bezat, bedroeg 16384. Van
deze sigaretten had hij er 4 in zijn
koker, dus 16380 stuks had hij in de
doosjes, waarvan hij er 819 had. .
Prof. Sof berekende dat hij 25",, van
zijn voorraad zou winnen, als hij
van iedere vier peukjes een nieuwe
sigaret maakte. Maar hij vergat dat
van de peukjes der op deze wijze
bereide sigaretten weer opnieuw siga
retten gemaakt kunnen worden.
FA F. SINEMUS
20 Leidschestraat 21
AMSTERDAM C.
GEKL OVERHEMDEN
NAAR MAAT
VAN Fl. 8.5°AF
PRIMA COUPE EN AFWERKING
EIGEN ATELIER
Handschrift-Analyse ± 20 ongelinieerde
regels in snel schrift m. handteekening.
Opgave geboorte, nationaliteit, geslacht,
beroep, te st. a. C. Adams, Aerdenhout.
Strengste geheimh. Erv. uitgebr. on
derzoek fl. 2.50. Giro 351908.
Was DE GROENE juist
toen u er naar vroeg?
Een goede raad:
neem een abonnement
PAG. 18 DE GROENE No 3300