Historisch Archief 1877-1940
LEVENDE VOLKSKUNST
HET is niet zoo, dat aan volkskunst in het
algemeen bij ons geen aandacht is besteed:
integendeel: het aantal particuliere ver
zamelingen, oudheidkamers en musea is legio.
Verschillende personen hebben wat er is aan
volkskunst en volkseigen, laten we zeggen: gead
ministreerd, hetzij met wetenschappelijke, hetzij
met artistieke doeleinden. Wij zijn deze werkers
grooten dank verschuldigd, omdat zij voor ons
bewaard hebben de resten van een rijk cultuurleven,
resten, die overbleven, nadat een eigenwijze negen
tiende eeuw in 't groot had vernield, wat eeuwen te
voren stukje bij beetje was ontstaan en als traditie
bewaard was gebleven.
Er is dus voor volkskunst wel aandacht, maar
om deze kunst weer te beschouwen als een levend
organisme, om ze te herscheppen naar de behoeften
en inzichten van dezen tijd, daarvoor beginnen
ons nog maar de oogen open te gaan.
Misschien moest wel eerst een stroom van nieuwe
zakelijkheidsideeën over alle kitsch en humbug
van de vorige eeuw gaan, voordat wij, door een
verdiept inzicht in zuivere vormgeving en
levenseischen, hernieuwde aandacht konden schenken
aan wat zoo zuiver en spontaan in vroeger tijd ont
stond, en de gelijke waarden in het vroegere en in
het moderne, dus de fundamenteele waarden,
konden ontdekken.
Om een voorbeeld te noemen: Architect Jans uit
Almelo is kenner en teekenaar van een duizendtal
verdwenen of verdwijnende boerderijen in Twente
en den Achterhoek. Hoort men hem nu het wezen
uiteenzetten van een oude boerderij, dan verneemt
men vaak dezelfde klanken, als wanneer een mod;rn
architect als Merkelbach de grondideeën van de
nieuwe zakelijkheid demonstreert. Oude, logische
boerenhuizen en de moderne wolkenkrabber zijn
geen tegenstellingen, maar berusten op hetzelfde
principe. De nieuwe bouwstijl heeft dan ook in
Zwitserland reeds eenige gelukkige resultaten doen
zien van aanpassing aan land en traditie.
Nu zal men direct vragen, of men het bouwen
wel schikken kan onder volkskunst. Men kan dit
begrip natuurlijk ruim nemen of beperkt; zoo ruim
mogelijk omvat het toch wel alles wat betreft huis
en hof, het leven van alle-dag, feesten en speciale
gewoonten: er hooren dus bij het huis en het krui
dentuintje, de volksgerechten, het volkslied, oude
feesten en familietradities, m.a.w. alles, wat een
mensch binding geeft aan zijn land en zijn cultuur.
Hieruit volgt direct, dat deze kwestie, naast een
cultureele en een artistieke, een zeer belangrijke
paedagogische zijde heeft, een zijde, die nu, door de
tijdsomstandigheden, scherper naar voren treedt
dan eerst.
Wat het lied betreft, daarover is in dit blad reeds
een belangrijk artikel verschenen. Het werk van
Dr. Jop Pollmann en anderen heeft thans den wind
mee.
Wat allerlei anders aangaat in het kinderleven,
misschien mag ik er op wijzen, hoe ik in de Groene
en andere tijdschriften herhaaldelijk er op gewezen
heb, dat wij met kinderboeken, feesten enz. op den
verkeerden weg waren.
De paedagogische ideeën van de ige eeuw, laten
we het maar eerlijk zeggen, hebben evenveel be
dorven als de artistieke: zij hebben het kind gezien
als een aparte eenheid, en het afgescheiden van de
gemeenschap, waarin het zich dan later vreemdeling
voelt. Het kinderboek b.v. moest zóó op het kind
zijn ingesteld, zóó paedagogisch zijn, dat de diepere
taak van een boek voor kinderen, nl. hun binding
te geven aan de cultuur, waarin zij leven, en den
grond te leggen voor literairen smaak, over het
hoofd werd gezien. Dit alles deed het oude volksboek
wel, en het kinderboek kan dit zeer zeker doen,
neem b.v. dit moderne Chineesche boekje. In China
bestond sinds oeroude tijden voor de jeugd het boek
van de zijde, dat van de rijst en dat van de thee.
Prachtig waren ze op zijde gedrukt, gebonden
tusschen twee plankjes. Toen de nieuwe regeering
optrad, werd dit oude kostbare boek gemoderniseerd
en voor iedereen beschikbaar gesteld bijgaand
boekje kost i1 2 cent.
En wat is de bekende serie Fransche prenten
boeken : Livres du Père Castor, anders dan levende
Volkskunst ?
Een ander voorbeeld. De paedagogische opvattin
gen van de Eeuw van het kind kantten zich scherp
tegen de illusie, de fantasie, veroordeelden niet
alleen het sprookje, maar ook b.v. het St.
Nicolaasfeest, terwijl het Kerstfeest zeer werd gepropageerd.
Nu is het St. Nioclaasfeest een kinderfeest, dat,
zooals blijkt uit een verordening van omstreeks
1200 in Dordrecht, sinds eeuwen in Nederland werd
gevierd. Met z'n grappen en voor den gek-houderij
is het een goed en bij onzen volksaard passend feest,
het heeft meer Germaansche dan Christelijke
elementen in zich en herinnert aan een ver verleden.
Maar het Kerstfeest, in den vorm, waarin men het
thans viert, is niet gegroeid, maar is een uitvinding
van het begin der ige eeuw. Goethe vermeldt in
een van zijn boeken voor het eerst het gebruik
van een groenen boom in de huizen. Die groene
boom is langzamerhand niet alleen de drager ge
worden van alle mogelijke leelijke tierlantijnen,
maar ook van veel valsche sentimentaliteit: hij
heeft de aandacht afgeleid van de geboorte van
Christus en heeft de innigheid van het Kerstfeest
geschaad, doordat men er het Nederlandsche St.
Nicolaas feest aan heeft toegevoegd, in den vorm
van een kerstman, van geschenken en grappen
enz.
Naast het paedagogische, heeft de kwestie der
levende volkskunst een economisch aspect; dit
betreft dus weer iets heel anders. Verschillende
oude handwerken zijn aan het kwijnen, misschien
geheel weg. Dit oude handwerk te doen herleven
en daardoor den werkers een eerlijk stuk brood te
garandeeren, is in andere landen reeds lang
aargepakt.
In Zwitserland is b.v. de Vereeniging voor
Heimatkunst, die de oude, huisindustrie van het weven
van foeileelijke kleedjes uit afval van wol in moderne
banen leidde, de vrouwen decoratieve patronen
leerde, en kleedjes deed weven, die grif gekocht
werden. Deze vereeniging houdt zich ook bezig
met de paedagogische zijde, geeft oude patronen
Rechts boven:
Snijder \an wandel
stokken in Markelo.
Links onder: Oud
Chineesch Volksboek.
Het boek van de rijst
o/s modern prenten
boek.
in moderne toepassing voor het handwerkonderwijs,
laat op de scholen handenarbeid maken naar oude
volkskunstige voorbeelden, en stelt de leerlingen
in de gelegenheid op school harmonicales te nemen,
waar de oude Zwitsersche wijsjes gespeeld wor
den.
De Berlijnsche museumdirecteur Seiffert ging
het platteland rond, op zoek naar het oude hand
werk, kocht de producten voor een goeden prijs, en
stichtte een verkoopcentrale er van in Berlijn.
Hebben wij dan in dit opzicht nog levende volks
kunst ? Ik meen van wel: in Lichtenvoorde b.v.
vond ik bij den verzamelaar Weenink een prachtigen
vorm van een oude rietmand, die nog maar door
weinigen gemaakt wordt. Het zou loonend zijn,
dit artistieke handwerk weer in eere te her
stellen.
Hierbij gaat de foto van een ouden man in
Markelo, die nog heel typische wandelstokken
maakt; een koekeplanksnijder woont
noginWesterdorp; in Huizen, Volendam en aan den Zeedijk in
Amsterdam worden nog truien gebreid van een
zeer apart patroon, die bijzonder geëigend zijn voor
ons klimaat; op Terschelling heeft het Knopfonds
zich ten doel gesteld, de oude kunst van het
touwvlechten te bewaren. En zoo is er veel meer.
Dit alles schreeuwt om behoud om leiding.
We hebben een vereeniging tot behoud van Natuur
monumenten, een vereeniging Hendrik de Keyser,
er is de Weg in 't Landschap", hetGeldersch Land
schap", Monumentenzorg" Amstelodamum".
Maar er is nog geen landelijke vereeniging, die zich
het lot aantrekt der Levende Volkskunst, die haar
waarden keurt op wetenschappelijken en artistieken
grondslag, die nagaat, wat er nog van geldig is
voor onzen tijd, of die, los van traditie, voor de
volkskunst nieuwe vormen schept.
Er zijn losse werkers; we noemden Jop Pollmann
voor het lied, Werumeus Buning bezingt onze oude
keukenkruiden, Mevrouw Stam-Dresselhuys ijvert
voor een kruidentuintje, Mejuffrouw Hil Bottema
tracht een verfrissching te brengen in den handen
arbeid, en haar cursussen worden met enthousiasme
gevolgd. En misschien mag ik wijzen op een serie
kinderboeken onder mijn redactie, die op het punt
van verschijnen staat: Volkskunst en Kinderkunst.
Een commissie voor levende Volkskunst is in
voorbereiding; de mogelijkheid van een tento in
stelling wordt onder de oogen gezien.
Wie stelt belang in dit Nederlandsche belang?
Dat hij zich melde.
J. RIEMENS-REURSLAG
PAG. 4 DE GROENE No. 33UO