Historisch Archief 1877-1940
DE GESCHIEDENIS VAN EEN
VERGETEN COLLECTIE
De E. B. Crocker art Gallery in Sacratnento
IN het Westen van Amerika, dat nog niet zoo lang
geleden het Wilde Westen" was, is de naam
Crocker het symbool voor den groten
transcontinentalen spoorweg, de Central Pacific. De geschie
denis van dezen spoorweg is een epos vol van durf,
genie, intrigues, roof, diefstal en ongetelde
millioenen die den eersten eigenaars in den schoot vielen.
Tot deze eerste groep behoorden de twee broers
Crocker: Charles en Edwin Bryant. Charles was
koopman in Sacramento. Hij handelde in stoffen,
gereedschappen, kooien, wijn, schoenen, wapens,
alles, en nog wat. Hij was groot, dik, grof, en wat
welwillende historici een schilderachtige persoon
lijkheid" noemen. De historici van Sacramento
hebben het overigens veel makkelijker dan hun
Europeesche collega's. De heele geschiedenis van
deze streek is niet veel ouder dan een honderd jaar.
Alles staat in de krant. Onnoodig oude half vergane
documenten te ontcijferen. De historicus gaat in de
bibliotheek, laat de noodige deelen van de Sacra
mento Union" brengen, en is met een aan de
bron der gebeurtenissen.
In zulk een stoffige krant kunt gij de volgende
niet onverkwikkelijke karakteristiek van Charles
Crocker vinden. De auteur is Alfred Cohen, destijds
advocaat in dienst der Central Pacific, dien Crocker
van verduistering beschuldigde. Mr. Crocker",
verklaarde Cohen in zijn pleidooi voor het gerechts
hof, Mr. Cocker is een groot man. Zelfs een
afgunstige criticus zal moeten toegeven dat Mr.
Crocker een groot man is. Laat uw blikken van zijn
breede voeten naar zijn spits hoofd glijden en gij
zult zien dat hij groot is. Of probeert om hem heen
te wandelen en voordat gij bij uw uitgangspunt
beland bent zult gij van zijn grootheid overtuigd
zijn. Maar Mr. Crocker is ook een veelbereisd gentle
man. Hij heeft u verteld dat hij in Europa en om de
wereld" geweest is. Ik weet niet of hij de persoon
is, over wie de heer Jules Verne bericht dat hij in
80 dagen om de wereld gereisd is. Maar Mr. Crocker's
manieren doen mij vermoeden, dat zijn reis om de
wereld ook in een overhaast tempo gemaakt
was."
Na deze introductie gaat Cohen tot Crocker's
kunstaankoopen over en improviseert voor het
A. Dürer: Naakt"
gerechtshof een imaginairen monoloog dien Crocker
vóór het verwerven van zijn collectie houdt.
Ik ga mij een heerenhuis bouwen en ik zet het
op den top van een heuvel. Ik ga het behangen en
meubileeren zoo dat mijn bezoekers zich verbaasd
zullen afvragen of zij in een Jantje van alles"
winkel staan of op het tooneel van een modern
meubeldrama. Ik ga Gobelins koopen en iemand
huren, die mij vertellen kan of zij als schilderijen
aan den muur te hangen hooren of als matting op
den grond moeten liggen. Ik ga schilderijen uit de
Galerij van de Medici koopen en Mr. Medici huren
om de goede voor mij uit te zoeken. Ik ga de wereld
toonen hoe met behulp van geld uit een venter
een maecenas gemaakt kan worden. Ik ga
Europa bereizen totdat ik mijn ongrammaticaal
Engelsch met wat verminkt Fransch
garneeren kan. Ik zal een diamant dragen zoo groot
als de koplichten van mijn locomotieven. Mijn om
vang zal groeien met mijn winsten totdat mijn buik
zoo groot is als mijn arrogantie en ik door de
foyers van de Palace Hotels zwerven kan, een
levend, ademend, kwabbelend monument van
vulgariteit, ondeugd en oneerlijkheid."
Tot zoover Mr. Alfred Cohen. Aangezien Crocker
hem van verduistering van 50.000 dollar beschul
digde, hoeven wij hem niet van volledige objectiviteit
te verdenken. Opgemerkt zij echter, dat het
gerecht hem vrijgesproken heeft en dat Crocker
hem onmiddellijk weer voor de Central Pacific
engageerde, redeneerende dat het wijzer is een
dergelijk redenaars-talent in dienst der maatschappij
te weten, dan in dienst van haar vijanden.
Edwin Bryant Crocker, de broer van Charles,
was de eenige van de spoorwegkoningen die een
opvoeding gehad heeft. Hij werkte een tijdlang in
den winkel van zijn broer in Sacramento. Later
opende hij in deze stad een juridisch kantoor. Ten
slotte werd hij adviseur der Central Pacific. De
onverwachte millioenen hadden op hem een geheel
andere uitwerking dan op zijn broer. Edwin Bryant
werd ziek van het vele geld. Zoo ziek, dat hij zijn
werk moest neerleggen en door de familie naar
Europa gestuurd werd om bij te komen". Om
streeks 1870 bezocht hij Frankrijk en Duitschland.
Hier besloot hij een kunstverzameling bij elkaar te
brengen en deze naar Sacramento te verschepen.
Dit was voordat zijn broer Charles het heerenhuis
op den top van den heuvel" bouwen liet; zelfs voor
dat het Metropolitan Museum in New York voor
het eerst zijn deuren in een gehuurde danszaal op
de Fifth Avenue opende.
E. B. Crocker was te zeer een spoorwegman om
zich den tijd te gunnen kunstwerken werkelijk te
verzamelen. Hij was gewend besluiten in een
minimum van tijd te realiseeren. De bouw van de
Central Pacific was een wedloop met de Union
Pacific die een concurreerende lijn opbouwde. Tijd
was geld en elk goedgekeurd plan werd in een
razend tempo uitgevoerd. Dit mocht een goed
principe voor het bouwen van spoorwegen zijn.
Voor het verzamelen van kunstwerken bleek het
minder geschikt. Crocker's plan was een
compleet" museum te koopen en naar Californi
te verschepen. De openbare musea hadden in dit
opzicht twee belangrijke nadeelen. Ten eerste
waren zij niet te koop; ten tweede bevatten zij
weinig of geen van Crocker's lievelings-werken.
Deze laatste waren de toen moderne" Duitsche
genre-stukken, levensgroot en sentimenteel; verder
quasi-historische composities en zoetige, Rijnland
schappen. Haast zag het er uit alsof de arme spoor
wegkoning met zijn vele dollars en zonder een
museum naar Amerika terug zou keeren. Maar zoo
hard was de Voorzienigheid niet. Zij zond hem een
vriend" en deze offreerde een privé" museum
met werken van Achenbach, Kaulbach, Hasenclever,
enz. Crocker was blij en tevreden. Maar voordat de
koop afgesloten was kwam de vriend" vertellen
dat er in het privé-museum nog een paar honderd
oude schilderijen waren. De eigenaar had zoo veel
bewondering voor Crocker's verfijnden smaak
voor de Duitsche meesters, dat hij hem ook zijn
onbetaalbare oude meesters voor een redelijken
prijs verkoopen wilde. Crocker voelde echter niets
voor oude meesters, en wilde er niet op in gaan.
Daarop verklaarde de vriend" dat de eigenaar van
het museum zijn waardevolle Achenbachs niet af
zou staan indien de kooper niet tegelijkertijd zijn
G. de Lairesse: ,,Hagar"
Rembrandts en Raphaels nam. Dit argument
deed Crocker accepteeren. Aangemoedigd door het
succes kwam de vriend" den volgenden dag terug
en verklaarde dat er nog een collectie etsen bij was
die ook gekocht moest worden. All right" zei
Crocker, die eindelijk den koop afgesloten wilde
zien en dien het vooral om zijn moderne" Duitsche
meesters te doen was, hier is de cheque en
kom mij niet vertellen, dat er nog een collectie post
zegels is, want ik vertrek."
E. B. Crocker had nu zijn museum, maar hij had
nagelaten, volgens het recept van zijn broer,
Mr. Medici persoonlijk" te huren om hem te
vertellen welke stukken hij ophangen moest en
welke hij beter wegbergen kon. Zoo gebeurde het
dat de moderne" Duitsche schilderijen een
eereplaats in de galerij kregen. Daar werden ook de
oude meesters met de keurige koperplaatjes
Rembrandt", Raphael", ,,Da Vinci", enz. opgehangen.
De meegekochte collectie zoogenaamde etsen werd
weggeborgen en vergeten. Het museurn ging in
middels in het bezit van de stad over maar overigens
bleef alles bij het oude. In 1937 kwam echter een
nieuwe directeur aan het museum, Mr. Harry
Noyes Pratt. Ik veronderstel dat Mr. Pratt eerst een
poosje radeloos te midden van al deze koude
pracht" gestaan heeft. Toen gingen al de
Raphael's" onherroepelijk naar den kelder. De kelder
was ruim, want Mr. Crocker had er een kegelbaan
in laten bouwen. Maar langzamerhand liep hij
dermate vol Raphael's" dat meer ruimte gevonden
moest worden. Op zoek naar ruimte kwam Mr. Pratt
de collectie etsen tegen. Zij bleek geen etsen te be
vatten. Wel lithos, en tusschen deze honderden van
prachtige oude handteekeningen van Hollandsche,
Vlaamsche, Italiaansche, Fransche en Duitsche
meesters van de I5de tot de 19 de eeuw.
Het was vermoedelijk de grootste trouvaille die
ooit in een Amerikaansch museum gedaan is.
Werken van Rembrandt, Van Dyck, Boucher,
Fragonard, Fra Bartolommeo, Dürer en een groot
aantal mooie teekeningen met minder klinkende
namen zijn hier onverwachts aan het licht gekomen.
Langer dan een halve eeuw was de collectie ver
borgen en vergeten. En dat in een land waar alles
over-published" te zijn heet ! De hier gerepro
duceerde teekening is een fraai werk van G. de
Lairesse, vermoedelijk de Verstooting van Hagar
voorstellend. Er zijn meer dan honderd tot dusver
onbekend gebleven Hollandsche en Vlaamsche
teekeningen in Sacramento, evenveel Duitsche,
minder Fransche, en aanmerkelijk meer Italiaansche.
Deze collectie, die Crocker meer of minder opge
drongen was en die hij ongezien mee gekocht"
heeft, blijkt op den duur het meest interessante en
waardevolle deel der verzameling te zijn.
N. S. TRIVAS
Tentoonstelling: Tooneelspelers, Schilderen en
teekenen bij KUNSTHANDEL AALDERINK
Ie Weteringdwarsstraat 4. Amsterdam (C.)
t m 18 October
Werken van Jaap Engelberts, Ferdinand Erfmann, Lau Ezcrman f,
jacqucs Kculc, Mevr. Ceesje P-ienks?Speenhoff, Louis Sülborn,
Jean Stapclvctd en Lucai Wensing
PAG. 5 DE GROENE No. 3300