Historisch Archief 1877-1940
UITHUmGHEDEN
Stadsinventaris
Banken
WIJD en zijd verspreid in de stad
staan de banken. De banken
om op te zitten. Daar zitten de
menschen die geen geld hebben voor een
café. Daar zitten de menschen die zoo
van de natuur houden. Daar zitten de
menschen die elkaar liefhebben.
De eerste soort zit wegens moeheid
en versnapert als regel een peper
muntje of een stukje chocolade. Als
links van de bank een vuilnisbakje is,
worden de stukjes papier rechts ge
gooid. Van het snoepen worden ze niet
moe, en de conversatie bestaat uit de
woorden ,,hèhè", of sjonge, sjonge,
wat een tippel".
De tweede soort, de menschen die
zoo van de natuur houden, zitten
meestal met hun rug er naar toe.
Kunnen zij het helpen dat de bank
verkeerd om staat? En als de bank
goed staat, steken ze een sigaret op en
praten over politiek.
De derde soort snijdt, indien de bank
van hout is, er graag minstens twee
letters in. Dan zitten ze stemmingen
te krijgen op de bank en zijn vertoornd
als er een vreemdeling óók op de bank
plaats wil nemen. Twee handen houden
elkaar vast en de oogen kijken naar
de maan, ook als die er niet is. De
avondwind ruischt door een boom, en
op de bank droomen zij van de toe
komst. Het gebeurt wel eens dat een
jaar later geen sterveling meer weet
wat die letters te beteekenen hadden.
Elke dag, elk uur zitten er andere
menschen op de banken en ook dan
weer ruischt de wind door de boomen.
Zoo hebben al die banken hun her
inneringen. En 's nachts slapen er
soms arme zwervers, ongezien, en
zonder droomen of herinneringen.
Tooneel
Twaalf in de Jurybank
(Beatrix theater)
DE twaalf in de Jury-bank zijn de
twaalf juryleden die bij elkaar
komen om uitspraak te doen over de
al of niet schuldigheid van den be
klaagde. Beklaagde blijft achter de
schermen, en wordt beschuldigd van
moord op zijn vrouw, die tijdens een
wandeling met hem van een rotspunt
gevallen is. De twaalf menschen die de
uitspraak zullen doen moeten bij elkaar
blijven totdat ze het eens zijn geworden.
Dien tijd worden ze van de buiten
wereld afgesloten en vormen ze een
wereldje op zichzelf. Ze zitten als het
ware op een onbewoond eiland, en
gedurende de zeven tafereelen leeren
zij elkaar beter kennen, en wij hen.
Hun karakters komen hoe langer hoe
contrastvoller tegenover elkaar te
staan en allerlei kleine conflicten
blijven niet uit. Het is echter voor de
spelers, in totaal negentien stuks, geen
gemakkelijke opgaaf hun karakters
stuk voor stuk uit te beelden.
Eigenlijk begint het stuk na de
pauze pas echt te leven, dan blijkt het
dat er in het kleine wereldje niet alleen
kleine conflicten zijn, maar ook een
van groeiend formaat. Frank Campbell
(Cruys Voorbergh), een getrouwd man,
wordt verliefd op Evelyn Scott (Willy
Haak), een der andere jury-leden.
Aanvankelijk wil hij zich die liefde niet
realiseeren. Als hij dan een pleidooi
voor den beklaagde gaat houden, pleit
hij in hartstochtelijke woorden feitelijk
voor zichzelf. En dan motiveeren alle
anderen op hun eigen wijze hun opinie.
Eerst staken de stemmen, maar bij
iedere volgende stemming wordt de
beklaagde minder schuldig bevonden.
En als de jury-leden het eens zijn
geworden blijkt de uitspraak te laat
gekomen te zijn.
Willy Haak en Cruys Voorbergh
De tooneelgroep Het Masker" heeft
zich met dit stuk een moeilijke taak
gesteld, niet alleen wegens het groote
aantal rollen maar ook omdat het stuk
weinig handeling heeft en meer uit een
groote reeks gesprekken bestaat. On
danks deze verzwarende omstandig
heden was het oordeel van de jury die
door het publiek bij de première ge
vormd was, gunstig.
Film
T r enk de Pandoer
(Rembrandt)
TRENK is een geboren avonturier
die ons gedurende de heele film
van het eene avontuur in het andere
meesleept. Deze hoofdrol is in handen
van Hans Albers, en dat is hem wel
toevertrouwd. Zijn avonturiersbloed
drijft hem naar verre landen waar hij
in vreemde legers gaat strijden zoodat
hij het tot den rang van Russisch
majoor brengt. Hij moet echter de
vlucht nemen omdat hij een liefdes
affaire met de geliefde van vorst
Solojew had. Zijn vader (ook Hans Albers)
wil niet meer hebben dat hij steeds in
vreemde legers dient, maar dat hij ten
strijde trekt voor zijn bedreigde keizerin
Maria Theresia. De oude en de jonge
Trenk stellen een Pandoerregiment
samen, met aan het hoofd den jongen
Trenk. Als dit regiment na zware
verliezen geleden te hebben weer in
Weenen terugkeert om nieuwe man
schappen te werven ontstaat er een
ruzie tusschen Trenk en zijn mannen
en de keurige cavaleristen die nog geen
kaas van den oorlog hebben gegeten.
Trenk komt tot een duel en vervolgens
tot een kennismaking met een
beeldschoone en even mysterieuze gravin.
En dan is er een jonge prinses
Deinartstein (Sybille Schmitz) die wil vluchten
omdat zij tot een huwelijk gedwongen
wordt. Hij weet haar te doen ver
dwijnen en als dit spaak geloopen is,
ontvoert hij haar ten tweeden male.
Ondertusschen ontdekt hij dat de
geheimzinnige gravin niet zonder reden
zoo mysterieus is. Wegens de ontvoe
ring van de prinses wordt hij vervolgd
en komt terecht in de armen van de
gevaarlijke gravin en via die armen
in het hoofdkwartier van de Fransche
legerleiding. Maar daarmee zijn de
avonturen van Trenk de Pandoer"
nog lang niet afgeloopen. Hij wil
terug, daarbij moet hij de grootste
gevaren trotseeren want hij bevindt
zich tusschen twee vuren. Hoe groot
die gevaren en de verdere avonturen
zijn vertelt de film.
De Dorpsrechter (City)
EMIL Jannings speelt de rol van
den dorpsrechter in een dorpje
in de buurt van Utrecht. Op een och
tend wordt hij op een onpleizierige
manier wakker. Hij heeft wonden aan
zijn hoofd en aan zijn beenen. Lang
zamerhand dringt het tot hem door
dat hij dien nacht iets uitgespookt
heeft dat niet door den beugel kan.
De dorpsrechter Adam, zijn naam is
toepasselijk, is overdag weliswaar de
dienaar van recht en rechtvaardigheid,
maar 's nachts is hij een oude zondaar.
In zijn dorp woont een schrijver, Licht
genaamd, die niets liever doen zou dan
een en ander aan het licht te brengen
omdat hij graag zelf dorpsrechter zou
willen zijn. Licht komt hem uiterst
vergenoegd vertellen dat de raadsheer
Walter uit Utrecht hem zal komen
Emil Jannings
bezoeken. Adam's geschonden gezicht
betrekt, en haast je rep je tracht hij
zijn ietwat verwaarloosde archief in
orde te brengen.
Dien nacht is er iets gebeurd zooals
gezegd, en als gevolg daarvan komt
Marthe Ruil de rechtszaal binnen met
een gebroken kruik, die dien nacht
niet zonder reden in de kamer van haar
dochter stukgevallen is.
De dorpsrechter spreekt recht, hij
draait tusschen alles door en voelt zich
DANSEN
DONDER muziek zijn de menschen niet compleet; de muziek vervangt de
*-t hartstochten die ze zich niet bewust kunnen maken omdat ze ze niet hebben.
Zonder muziek zijn ze zinnelooze etalagepoppen die bij gebrek aan muziek er
conversatie op na moeten houden. Dat is moeilijk voor etalagepoppen, en zwijgen
bij het dansen is stijlvol, soms het meest stijlvolle van den dans. Het dansen is dan
ook lang niet altijd dansen, maar een surrogaat voor een surrogaat verliefdheid als
surrogaat voor liefde. Een kinderhand is gauw gevuld, al zijn de dansende gezichten
lang niet kinderlijk. Kinderlijk worden ze pas op den langen duur, als ze het
geluk, of een stukje ervan, gevonden hebben. Maar zij die het geluk zoo hebzuchtig
zoeken vinden het niet.
Soms is het dansen zoo, soms is het zoo : na een paar glaasjes bols of wijn klinkt
de muziek heerlijk want ze doet een zwijgende snaar in de ziel klinken. Alle menschen
dansen in hetzelfde rhythme op n muziek, er heerscht een ware broederschap. Alle
menschen zijn aardig, alle vrouwen zijn lief. Daarom dans je ook met alle vrouwen,
daarom heb je lief tot tranens toe. Het gedempte licht verdoezelt de onedele gelaats
uitdrukkingen, het maakt de menschen vertrouwelijker tegenover elkaar. Je wordt
opeens eerlijk met een kinderlijk verheugd gevoel. Want je kan liegen of het gedrukt
staat, wat je zegt is waar. Haar hoofd is dicht bij je gezicht, je voelt de warmte, de
aandoenlijke warmte die het uitstraalt. Haar lichaam heb je in je armen. Er is
muziek, gepraat hoeft er niet te worden want als menschen elkaar zoo diep
menschelijk begrijpen zijn woorden overbodig. Begrijpen en grijpen ! Morgen komt de kater.
HvrOCHONDRICliS
safe. Maar dan blijkt het dat Licht en
Walter hem doorzien; hoe langer hoe
meer wordt zijn reputatie geschokt
totdat er niets van overblijft. Ook hier
is Emil Jannings een heerscher der
duisternis, maar hij komt ten val.
Tentoonstellingen
Tooneelspelers schilderen en
teekenen f A alderink)
NEEN, deze tooneelspelers ont
poppen zich niet plotseling als
variéte-artisten om op het tooneel voor
een verbaasde zaal op picturaal gebied
wat ten beste te geven. Hun werken
hangen in de zaaltjes bij Aalderink
tentoongesteld, en aan de meeste
schilderijen is het niet te zien dat hun
scheppers tooneelspelers zijn. Direct
na het binnentreden komt men in een
zaaltje met schilderijen van Louis
Saalborn, forsche bloemstukken en
enkele zeegezichten waarbij een zons
ondergang is die ons naar het strand
doet verlangen. De schilderijen van
Lucas Wensing zijn warm van kleur
en wat minder brutaal, maar daarom
misschien ook weer minder spontaan.
Maar zeer zeker is hij een echte schil
der. Van Lau Ezerman zijn er schetsen
en schetsboeken. Een van deze schets
boeken is een soldaten ABC met tekst
op rijm. De teekeningen zijn primitief
maar met humor. Jean Stapelveld heeft
in zijn schilderijen het tooneel niet
kunnen loslaten, van hem hangen er
groote portretten, ten voeten uit, van
Willem Hunsche, Oscar Tourniaire en
Louis de Bree, en reproducties van
portretten van Else Mauhs, Speenhoff
en andere beroemdheden. Ferdinand
Erfmann's werk is zwaar gestyleerd
en heeft een kleiïge volheid. Ceesje
Speenhoff heeft grappige caricatuurtjes
gemaakt die in zooverre
tooneelspelerstalenten verraden als tooneelspelers
kunnen caricaturiseeren in hun spel.
Verder is er werk van Jaap Engelberts,
Jan van der Linden en Jacques Reule.
In ieder geval is het interessant om
eens te bestudeeren wat tooneelspelers
presteeren achter de schermen van een
tweede kunstenaarschap. Eigenlijk
wordt de tooneelspeler slechts bevoegd
geacht decors te schilderen. Er zijn er
die mooiere decors schilderen dan
schilders schilderijen. Het zou best
mogelijk zijn dat de kunstschilders de
hoofden bij elkaar gaan steken en
zeggen: Schoenmaker, hou je bij je
leest". En dat ze als revanche de
Stadsschouwburg gaan afhuren en een
programma aankondigen onder het
motto: Schilders spelen tooneel.
Cabaret
Sarov ('(ibarct
VAN 27 September af is er aan het
Leidscheplein een nieuw cabaret,
geheeten het Savoy-Cabaret, dat de
oude Savoy-Club" vervangt. Een
club" is het dus niet meer, en iederen
avond kan men in het fantastische
achterzaaltje met kromme trappen en
wonderlijke lichteffecten genieten van
wat het Savoy ensemble" ten beste
geeft op het tooneeltje dat niet groot
is. Maar het betreft hier zoogenaam
de kleinkunst", en die zal waarschijn
lijk groot genoeg zijn om Amsterdam
met een attractie te verrijken.
PAS. H DE GROENE No. 3301