Historisch Archief 1877-1940
ALEXANDER SCRIABINE
en het samenspel der kunsten
,,A noir, E blanc, I rouge, U vert, O bleu, voyelles,
,,Je dirai quelque jour vos naissances latentes."
ZOO zag Arthur Rimbaud zijn klinkers. En
hij verbond er schitterende beelden aan:
E, candeur des vapeurs et des tentes I,
pourpres, sang craché, rire des lèvres belles
U, cycles, vibrements divins des mers virides
O, suprêmes clairon, plein des strideurs tranges,
Silences traversés des Mondes et des Anges. ..."
De dichter wordt een ziener, een visioenengenie
ter. Uit het primitiefste taalelement, den klinker,
een klank, schept hij kleuren, gestalten, horizonten.
Hij ziet en geeft, wij hebben te aanvaarden. Hij
dringt in een gebied, waarvan de benadering met
het verstand niet doenlijk is. Wie zou hem reken
schap durven vragen van zijn sprongen van klank
naar kleur, van kleur naar strak visioen?
Maar, als hij zegt hoe hij het ziet, wil hij, dat wij
het ook zoo zien. En toch, wij zien het anders. De
naissance latente", het geleidelijke ontstaan van
de kleur uit den klank, kan in ieder van ons zich
voltrekken. Maar de uitkomsten zijn verschillend.
Weinigen zullen den a-klank zien als een zwarte
kleur. Nog moeilijker wordt het den ziener te volgen
in de eindelooze verscheidenheid der plastische
visioenen. Hier kan hij beelden zonder kans op
wederspraak.
Het verband tusschen klank en kleur, tusschen
wat des oogs en des oors is, blijft echter een feit,
waarvan duizenden hebben getuigd. Maar ook is er
verband tusschen andere zintuigelijke gewaarwor
dingen, zooals daar zijn: tastzin en smaak; men
spreekt over droog zand en droge wijn. Nog verder:
tusschen smaak en zielsaandoening; een zoete
omelet en een zoete wraak. Toch wordt de wraak
niet geproefd, de wijn niet getast, en de klank A
niet optisch waargenomen. Het is een ervaring in
het psychologisch schemergebied, waar de zintuigen
naar binnen in uitmonden. We kunnen het echter
alleen mededeelen met de woorden, die voor de
zintuigservaring bedoeld zijn.
De verbinding tusschen klank en kleur is het
meest waargenomen, onderzocht en practisch toe
gepast. Het waren meestal zeer subjectieve toepas
singen, die voor een groot publiek hopeloos ontoe
gankelijk bleven. Een der meest geslaagde experi
menten waren de gekleurde muziekfilmpjes van
Oskar Fischinger. Maar hierin werd de ontvanke
lijkheid van een groot gehoor ten zeerste gestimu
leerd door het plastische en rhythmische element.
Oskar Fischinger probeerde iets, wat ook Wagner
met veel grootschere en radicalere middelen
in zijn muziekdrama's trachtte te bereiken: de
samensmelting van zintuigelijke indrukken tot
n homogene artistieke belevenis. Wagner en
Fischinger, waarschijnlijk bien tonnés de se
trouver ensemble, hebben beiden getracht den
schemerachtigen oorsprong der sensorische zenuwen, waar
gehoor gezicht wordt en andersom, zoo direct mo
gelijk een ervaring op te dringen, en den toeziener
en -hoorder een sensatie te laten ondergaan. .. .
waar hij geen woorden voor had. Omdat de woorden
alleen maar deugen voor de belevenissen van elk der
zintuigen afzonderlijk.
Het publiek houdt niet erg van zulke experimen
ten. Wagner heeft het gewonnen door de macht van
zijn muziek. Fischinger door de boeiende uitbeel
ding van het rhythme. Maar vele pogingen tot een
Gesamtkunst" gingen verloren, wegens gebrek
aan belangstelling, of practische onuitvoerbaarheid.
Hier past het te spreken over den componist
Alexander Scriabine, Rus van geboorte en in 1919
te Moskou overleden. Hij was vóór alles pianist en
componist, dagelijks bezeten van melodieën en
ruischende scheppingsvreugde. Hij heeft een mas
sale hoeveelheid pianowerk geschreven. Daarnaast
eenige geniale en barre orkeststukken. In zijn
oeuvre, een machtigen opgang van Chopineske
melodiek tot verbluffend nieuwe accoordconcepties,
staat, naar mijn weten, geen enkele onbeduidende
noot.
Scriabine was geen muziekvernieuwer, geen
experimenteerende harmonieënpluizer, maar een
consequente leerling van de conservatieve
Moskousche school. Echter met een verschil: l'art be
stond voor hem niet pour l'art; zijn muziek was
geen doel in zich zelf, maar een middel als een ander
voor wat hij te zeggen had; hij was musicus, dus
het was zijn natuurlijke taal. Maar de mensch
Scriabine was wijsgeer, theosoof, profeet. Hij bleef
daarin een vreeselijke dilettant, goed. Niettemin
was hij begaafd met een philosophische intuïtie, die
van hem, mits er de noodige vormkracht aanwezig
ware, een origineelen denker gemaakt kon hebben.
Zijn vormkracht was de muzikale. Zijn muziek
was begeleiding en uitdrukking van zijn denkleven,
en daarom secondair in zijn wezen. Eens hield hij,
in Zwitserland, een communistisch getinte
speech voor eenige arbeiders in een café, die we
melde van sprookjesachtige naïviteiten. Daarna
had hij genoeg van het grove middel: woorden, en
bleef bij het componeeren.
Dat zijn ontzaglijk-schoone composities in Neder
land zoo weinig bekend zijn, kan nu geen punt van
bespreking vormen. Maar ns heeft de Concert
gebouwdirectie een middag aan zijn werken gewijd;
dat was op Zondag 27 October 1912, onder leiding
van Mengelberg. Daar hoorde men naast een
symphonie en een pianoconcert het toen nog zeer ver
bijsterende Prométhée, Poême du Feu."
Prometheus, die het vuur van den hemel stal om
het den menschen te brengen, werd hier gezien als
esoterisch zinnebeeld van het ontwaken van de
hoogere kenvermogens van den mensch, door het
intensifiësren van zijn scheppingskracht.
Heel zijn extatische, dionysische
componeervreugde wierp Scriabine hier in het spel, om te ge
raken tot een overweldigende uitviering van wat
hem bezielde. De partituur telde 42 lijnen. De be
zetting, te groot om hier op te sommen, noemde ook
een klokkenspel, celesta, 2 harpen, piano,
4-stemmig gemengd koor, groot strijkorkest, en raadsel
achtig, veel omstreden instrument het lichtklavier
of tastiera per luce". Dat was een klavier, waarvan
de toetsen correspondeerden met gekleurde licht
stralen. Om de technische moeilijkheden werd het
lichtklavier op de vele uitvoeringen, die het werk
door de wereld beleefde, steeds weggelaten, totdat
het voor het eerst in Carnegie Hall, in 1916, de New
Yorkianen deed knipperoogen van verbazing.
Scriabine zag zijn klanken, en wilde daarvan ge
tuigen. Hij zag eigenlijk veel meer. Het heele mytho
logische Prometheus-avontuur was voor hem een
ervaring van trillende en wapperende kleuren, een
belevenis die hij met geen pen beschrijven, en met
geen muziek recht kon doen wedervaren. Tö:h
probeerde hij het, en op een wijze die geen tegen
spraak duldde. Hij schreef doodlaconiek de partituur
voor het tastiera per luce in den G-sleutel, zonder
verdere aanwijzing.
De Prométhée" was in 1910 gecomponeerd, maar
lang van te voren ontworpen. De kleurtoonaarden"
waren toen zijn obsessie. In 1907, toen al wat Rus
en muzikaal was in Parijs de muziekfeesten van
Diaghileff bijwoonde, vond er een merkwaardige
conversatie plaats op het terras van het Caféde la
Paix, tusschen Rimsky Korssakoff, Rachmaninoff
en Scriabine. Rimsky en Scriabine voelden verband
tusschen tonen en kleuren, maar Rachmaninoff
vond het gekheid. Toch waren de twee eersten het
weer niet eens over de toonaarden; Rimsky zag E
majeur als blauw, Scriabine als purperrood. Wel
vonden ze allebei dat D majeur goudbruin was.
Toen Rachmaninoff zijn schouders ophaalde, zei
Rimsky tot hem:
,,Ik zal je overtuigen met een voorbeeld uit je
eigen werk. Denk eens aan de passage uit je opera
,,De gierige Ridder", waar de oude baron zijn schat
kist opent, en het goud en de edelsteenen glinsteren
in het fakkellicht. . . . Welnu?" Rachmaninoff
moest toegeven, dat de passage in D majeur, den
goudbruinen toonaard", geschreven was. Scriabine
zeide, met zijn kalme overtuiging:
Nu zie je, dat je intuïcie onbewust den weg heeft
ingeslagen, die je met je verstand zou willen looche
nen." En daarmee was het pleit beslist.
In 1909 was Scriabine in Brussel te gast bij de
familie van den schilder Delville, waar men zich
intensief met spiritisme en theosofie bemoeide.
Daar leerde hij het boek kennen van Besant en
Leadbeater,,,Gedachte-vormen", wat hem den sleutel
verschafte voor zijn kleurensysteem. Annie Besant
betoogt hierin, hoe iemand begaafd met het tweede
gezicht, bij anderen die een emotie ondergaan
begeerte, angst, liefde, religieuse aandoening
kleurige vormen, aura's, boven het hoofd ziet ver
schijnen, die met de intensiteit der gevoelens
toeen afnemen. Hoe zelfbewuster en hooggestemder
het individu, des te schitterender zijn de kleuren en
vormen. Zuivere sympathie is lichtgroen. Het
intellect, dat niet zich zelf zoekt, maar alleen zijn
object, is heldergeel. Alle nieuwsgierigheid, of liefde
die bezoedeld is door ikzucht, verraadt zich door
vuilroode schijnsels. Niet alleen de subjectieve aan
doeningen, maar ook het pathos van een muziek
stuk kan de helderziende" in kleuren en vormen
waarnemen. Boven een kerk, waarin op het orgel
een stuk van Gounod gespeeld wordt onberispe
lijk gespeeld natuurlijk verheft zich voor het
helderziende oog een compacte en schitterende
figuur van met de harmonieën correspondeerende
kleurgroepeeringen, die opstijgen tot 200 meter
boven het kerkgebouw. Maar dit zinkt in het niet
bij de geweldige kleurenvormen die de muziek van
Wagner doet ontstaan ??tot 400 meter boven de
aarde ! Ons, niet helderzienden, komt het voor,
dat eenige persoonlijke voorkeur wel een rol zal
spelen bij het bepalen van die hoogte.
Scriabine, die wel veel boeken, maar geen enkel
Alexander Scriabine
Archief foto
heelemaal uit las, was dadelijk gepakt. Hij vond het
vanzelfsprekend, dat Wagner's muziek, de eenige
waarvoor hij, naast zijn eigene, belangstelling had,
door de theosofie zoo hoog geschat werd. Om de
geheele toen zich ontwikkelende leer der tonale
psychologie bekommerde hij zich geen oogenblik ;
de spectraal-analyse boeide hem evenmin; alleen
zijn esoterische intuïcie wees hem den weg. Hij wist
zich de profeet der bevrijding vanden menschelijken
geest uit de banden der materie. Zijn opdracht was
den weg te banen voor het actieve, mannelijke
principe Prometheus die de passieve vrouwe
lijke stof zou bevruchten, om een nieuwe, zuivere
gedaante aan te nemen; dit was de vrucht der kos
mische liefdedaad. Dit zou moeten geschieden in
n magistrale liturgische handeling, die hij het
Mysterium" noemde, een opperste synthese van
alle kunsten, die alle uitvoerders en toehoorders in
een collectieve scheppingsextase zou brengen, waar
door de harmonie tusschen geest en wereld tot stand
zou komen.
Het begin van den wereldoorlog begroette Scria
bine als het voorspel van het groote cataclysme,
waaruit het nieuwe, gezuiverde menschenras zou
opstaan. De wereld werd rijp voor gewelddadige
vernieuwing. Hij was rotsvast overtuigd, dat zijn
Mysterium" het einde van een evolutieperiode en
het intreden van den mensch in het kosmische ge
beuren zou bewerkstelligen. Deze gigantische kunst
manifestatie die geen toehoorders, alleen actieve
medewerkers zou hebben ??moest in Britsch Indi
plaats vinden. Scriabine, die zich verder nooit met
details ophield, kwam uit Londen terug, waar hij
zijn plan had uitgewerkt.... met een tropenhelm
in zijn koffer !
Prometheus" werd gecomponeerd, maar het
Mysterium" zou een onbereikbaar ideaal blijven.
Het plan was ook iets tégeweldig. Het zou de
synthese van drie kunstvormen zijn: muziek, dans
en dichtkunst. Het was n groote liturgische han
deling, die het wonder der kosmische wedergeboorte
zou voltrekken; een symphonie, van muziek, kleu
rige stralenbundels, dansen en voordrachten. En
van heel bijzondere voordrachten. Scriabine had
hierin afgerekend met de grove woorden-taal, die
op Sanskrietwortels is gebaseerd. Tezamen met den
Belgischen voordrachtskunstenaar Emile Cygogne
had hij een systeem ontworpen voor de Mysterium"
taal; een taal van zuchten, kreten en interjecties,
die zoo direct mogelijk de zieleroerselen zouden
weergeven.
De Duitsche muziekgeleerde Oskar von
Riesemann en de Engelsche componist en theosoof Cyril
Scott zijn degenen, die, naar mijn weten, Scriabine's
ten hemel steigerende luchtkasteelen het meest au
sérieux genomen hebben. In Sergei Rachmaninoff,
die in zijn door Von Riesemann bewerkte
Recollections" zeer typeerende bijzonderheden verhaalt
over hun gezamenlijke leerjaren, vond Scriabine
zijn leven lang een trouwen vriend, die zijn
wijsgeerigheden niet begreep, maar zijn muziek hartelijk
bewonderde.
Scriabine bleef tot zijn laatsten levensdag een be
minnelijke, bescheiden, met groote zorg gekleede
persoonlijkheid. Van zijn fantastische megalomanie
was naar buiten niets te merken. Hij was zoo vol
komen van zijn zending overtuigd, dat hij van alle
demonstratie afzag. Hij zei: Ik zal zelf niet sterven,
maar verstikken in extase bij het Mysterium". Hij
stierf echter aan bloedvergiftiging, in zijn huis te
Moskou, en werd met groote praal op kosten van
den Russischen staat begraven. Zijn grootsche manie
is door de werkelijkheid, die na hem kwam, ver
splinterd en vergeten. Maar zijn muziek léft, en
zal blijven tot het machtigste en vreugdevolste, dat
uit een menschelijk brein ontstaan is.
DRS. H. VAN EEDEN